Einde inhoudsopgave
Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg
Artikel 3.1 Nadere invulling activiteiten hoofdstuk 3
Geldend
Geldend van 20-03-2024 tot 31-12-2035
- Bronpublicatie:
11-03-2024, Stcrt. 2024, 8166 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 3778259-1062120-PG)
- Inwerkingtreding
20-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-2024, Stcrt. 2024, 8166 (uitgifte: 19-03-2024, regelingnummer: 3778259-1062120-PG)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Gezondheidsrecht (V)
1.
Activiteiten in het kader van seksualiteitshulpverlening, zijn:
- a.
het signaleren van hulpvragen met betrekking tot seksuele gezondheid;
- b.
het verrichten van eenvoudige psychosociale en somatische diagnostiek;
- c.
het geven van informatie en advies;
- d.
het voorschrijven van en behandelen met geneesmiddelen;
- e.
het verwijzen ter behandeling van complexe hulpvragen;
- f.
het registreren van gegevens ten behoeve van beleidsvorming op het gebied van collectieve preventie en seksualiteitshulpverlening.
2.
Activiteiten in het kader van soa-zorg, met betrekking tot de daarbij genoemde soa, zijn:
- a.
indicatiestelling, anamnese, lichamelijk onderzoek, counseling, voorlichting en afname van lichaamsmateriaal voor soa-diagnostiek;
- b.
het uitvoeren of laten uitvoeren van soa-diagnostiek ten behoeve van soa-zorg;
- c.
het periodiek uitvoeren of laten uitvoeren van diagnostiek ten behoeve van PrEP-zorg;
- d.
de behandeling van en op indicatie verwijzing ter behandeling van chlamydia, gonorroe, syfilis of trichomonas; de verwijzing ter behandeling van hiv, hepatitis C of hepatitis B;
- e.
het registeren van gegevens over de zorg, bedoeld onder a tot en met d, ten behoeve van surveillance en onderzoek naar de aanwezigheid van soa en beleidsvorming op het gebied van collectieve preventie en soa-bestrijding.