Einde inhoudsopgave
Besluit langdurige zorg
Artikel 3.1.5 [Geen recht op zorg]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
14-09-2017, Stb. 2017, 349 (uitgifte: 29-09-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2017, Stb. 2017, 349 (uitgifte: 29-09-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
De verzekerde heeft geen recht op zorg ingevolge de wet indien hij:
- a.
krachtens zijn zorgverzekering recht heeft op verpleging en verzorging als bedoeld in artikel 2.10 of artikel 2.12, van het Besluit zorgverzekering, die noodzakelijk is in verband met palliatief terminale zorg, tenzij die zorg wordt verleend als voortzetting van zorg ingevolge de wet;
- b.
minderjarig is en voornamelijk in verband met complexe somatische problematiek of een lichamelijke handicap is aangewezen op verpleging en verzorging als bedoeld in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering;
- c.
minderjarig is en in verband met een verstandelijke beperking is aangewezen op zorg en ondersteuning in een veilige en vertrouwde leef- en woonomgeving, gericht op opvoeding en het waar mogelijk deelnemen aan het maatschappelijk leven zoals bedoeld in het zorgprofiel voor wonen met begeleiding en verzorging.