Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie
Artikel 51 Benoeming
Geldend
Geldend vanaf 16-12-2010
- Bronpublicatie:
24-11-2010, PbEU 2010, L 331 (uitgifte: 15-12-2010, regelingnummer: 1093/2010)
- Inwerkingtreding
16-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2010, PbEU 2010, L 331 (uitgifte: 15-12-2010, regelingnummer: 1093/2010)
- Vakgebied(en)
Bankzaken (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
De Autoriteit wordt geleid door een uitvoerend directeur, die een voltijds, onafhankelijk deskundige is.
2.
De uitvoerend directeur wordt na een open selectieprocedure en na bevestiging door het Europees Parlement door de raad van toezichthouders benoemd op basis van verdienste, bekwaamheid, kennis van financiële instellingen en markten, relevante ervaring met betrekking tot financieel toezicht en financiële regulering en managementervaring.
3.
Het mandaat van de uitvoerend directeur bedraagt vijf jaar en kan één keer worden verlengd.
4.
In de loop van de negen maanden die voorafgaan aan het einde van het mandaat van de uitvoerend directeur, voert de raad van toezichthouders een beoordeling uit van met name:
- a)
de in de eerste ambtstermijn behaalde resultaten en de wijze waarop die zijn bereikt;
- b)
de taken en de behoeften van de Autoriteit in de komende jaren.
Rekening houdend met de in de eerste alinea bedoelde beoordeling kan de raad van toezichthouders het mandaat van de uitvoerend directeur één keer verlengen.
5.
De uitvoerend directeur kan slechts uit zijn functie worden ontheven door een besluit van de raad van toezichthouders.