Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Artikel 64 Minimumvoorschriften voor grenscontroleposten
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Grenscontroleposten zijn gelegen in de onmiddellijke nabijheid van het punt van binnenkomst in de Unie, op een plaats die is aangewezen door de douaneautoriteiten overeenkomstig artikel 135, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013, dan wel in een vrije zone.
2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 144 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen met betrekking tot de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder een grenscontrolepost, in geval van specifieke geografische beperkingen, op een afstand buiten de onmiddellijke nabijheid van het punt van binnenkomst in de Unie mag zijn gelegen.
3.
Grenscontroleposten beschikken over:
- a)
een voldoende aantal naar behoren gekwalificeerde personeelsleden;
- b)
gebouwen of andere faciliteiten die geschikt zijn voor de aard en de hoeveelheid van de behandelde categorieën dieren en goederen;
- c)
uitrusting en gebouwen of andere faciliteiten voor de uitvoering van officiële controles voor elk van de categorieën dieren en goederen waarvoor de grenscontrolepost is aangewezen;
- d)
regelingen om, zo nodig, toegang te hebben tot andere uitrusting, gebouwen en diensten die noodzakelijk zijn voor de toepassing van maatregelen die overeenkomstig de artikelen 65, 66 en 67 worden genomen bij vermoeden van niet-naleving en in geval van niet-conforme zendingen of zendingen die een risico vormen;
- e)
noodregelingen om in geval van onvoorzienbare en onverwachte omstandigheden of gebeurtenissen de officiële controles soepel te doen verlopen en maatregelen die overeenkomstig de artikelen 65, 66 en 67 worden genomen, doeltreffend toe te passen;
- f)
de technologie en uitrusting die noodzakelijk zijn voor de efficiënte werking van het IMSOC en eventuele andere geautomatiseerde informatiemanagementsystemen die voor de verwerking en uitwisseling van gegevens en informatie zijn vereist;
- g)
toegang tot de diensten van officiële laboratoria die binnen een redelijke termijn analyse-, test- en diagnoseresultaten kunnen verstrekken en beschikken over de IT-tools die noodzakelijk zijn om de resultaten van de verrichte analyses, tests of diagnoses zo nodig in het IMSOC op te nemen;
- h)
geschikte regelingen voor een juiste behandeling van verschillende categorieën dieren en goederen en ter voorkoming van risico's die het gevolg kunnen zijn van kruisbesmetting, en
- i)
regelingen om aan de toepasselijke normen inzake bioveiligheid te voldoen, teneinde de verspreiding van ziekten in de Unie te voorkomen.
4.
De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de in lid 3 van dit artikel bedoelde voorschriften nader omschrijven om rekening te houden met specifieke kenmerken en logistieke behoeften in verband met de uitvoering van officiële controles en de toepassing van de maatregelen die overeenkomstig artikel 66, leden 3 en 6, en artikel 67 worden genomen voor de verschillende categorieën dieren en goederen als bedoeld in artikel 47, lid 1. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 145, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
5.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 144 gedelegeerde handelingen vast teneinde deze verordening aan te vullen om te bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden grenscontroleposten die zijn aangewezen voor de invoer van onverwerkt gekapt, gezaagd of afgestoken hout kunnen worden vrijgesteld van een of meer van de in lid 3 van dit artikel bedoelde verplichtingen, teneinde rekening te houden met de behoeften van de bevoegde autoriteiten die belast zijn met officiële controles in gevallen waarin specifieke geografische beperkingen gelden, zonder de goede uitvoering van de controles in het gedrang te brengen.