Einde inhoudsopgave
Grondwet
Artikel 37 [Regent]
Geldend
Geldend vanaf 17-02-1983
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 142.
- Bronpublicatie:
17-02-1983, Stb. 1983, 70 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
17-02-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-02-1983, Stb. 1983, 68 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Algemeen
1.
Het koninklijk gezag wordt uitgeoefend door een regent:
- a.
zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt;
- b.
indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen kan zijn;
- c.
indien de Koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen;
- d.
indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd;
- e.
zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt.
2.
De regent wordt benoemd bij de wet. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
3.
In de gevallen, genoemd in het eerste lid onder c en d, is de nakomeling van de Koning die zijn vermoedelijke opvolger is, van rechtswege regent indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.
4.
De regent zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt, in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal. De wet geeft nadere regels omtrent het regentschap en kan voorzien in de opvolging en de vervanging daarin. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
5.
Op de regent zijn de artikelen 35 en 36 van overeenkomstige toepassing.