Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 4.5 Vrijstellingen staatsexamen wegens eerder behaalde resultaten
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
De examenkandidaat die staatsexamen aflegt is vrijgesteld van:
- a.
het staatsexamen in een vak in vwo op grond van een examen vwo, indien voor het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger is behaald;
- b.
het staatsexamen in een vak in havo op grond van een examen vwo of havo, indien voor het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger is behaald;
- c.
het staatsexamen in een vak in de theoretische of gemengde leerweg van het vmbo op grond van een examen vwo, havo, vmbo theoretische leerweg of vmbo gemengde leerweg, indien voor het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger is behaald;
- d.
het staatsexamen in een vak in de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo op grond van een examen vwo, havo of vmbo, indien voor het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger is behaald;
- e.
het staatsexamen in een vak van vwo, havo of vmbo op grond van het overeenkomstige examen, afgelegd in Curaçao, Sint Maarten, Aruba, indien voor het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger is behaald;
- f.
het profielwerkstuk vwo of havo, indien eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de examenkandidaat en waarvoor een eindcijfer 6 of hoger is behaald; of
- g.
het profielwerkstuk vmbo, indien eerder een profielwerkstuk vmbo is gemaakt dat betrekking heeft op een thema uit dat profiel, en dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’.
2.
In aanvulling op het eerste lid, onderdelen a tot en met d, is de examenkandidaat vrijgesteld van het onderdeel literatuur van elke moderne taal, indien de examenkandidaat bij het eerder afgelegde examen, voor literatuur een cijfer 6 of hoger heeft behaald.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van toepassing indien na het jaar waarin het eindcijfer of de beoordeling is vastgesteld, nog geen tien jaar zijn verstreken.
4.
De examenkandidaat, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met f, en derde lid, is ook vrijgesteld van het vak indien het eindcijfer 5 of 4 is behaald, mits hij voldoet aan de voorwaarden van de artikelen 4.20 of 4.21 om te slagen voor het staatsexamen.
5.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de toepassing van het eerste lid.
6.
Artikel 3.40, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.