Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 55dm
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2023
- Redactionele toelichting
Paragraaf 2.1 t/m 2.3 zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van deze wijziging, blijven van toepassing op een melding van een vermoeden van een misstand die is gedaan voor de inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
12-10-2021, Stb. 2021, 479 (uitgifte: 19-10-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2023, Stb. 2023, 52 (uitgifte: 17-02-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 25-01-2023, Stb. 29 (03-02-2023).
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De melder of de vertrouwenspersoon integriteit of de gewezen vertrouwenspersoon integriteit, die bezwaar maakt of een gerechtelijke procedure instelt, kan aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten van die procedure, op voorwaarde dat:
- a.
de procedure is gericht tegen een melding en gestelde benadeling dan wel de procedure is gericht tegen een gestelde benadeling van de vertrouwenspersoon integriteit of de gewezen vertrouwenspersoon integriteit als gevolg van de uitoefening van zijn functie als vertrouwenspersoon integriteit;
- b.
de benadeling, bedoeld in onderdeel a, heeft plaatsgevonden binnen vijf jaar nadat het bevoegd gezag kennis heeft gegeven van de bevindingen en het oordeel, bedoeld in artikel 55dj, eerste lid, of binnen vijf jaar na openbaarmaking van een rapport als bedoeld in artikel 17 van de Wet bescherming klokkenluiders door de afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders, dan wel binnen vijf jaar nadat de melding anderszins is afgehandeld.
2.
De melder of de vertrouwenspersoon integriteit of de gewezen vertrouwenspersoon integriteit die zijn zienswijze naar voren brengt met betrekking tot een voorgenomen beslissing of handeling die naar zijn oordeel een benadeling inhoudt in verband met een melding of de uitoefening van zijn functie als vertrouwenspersoon integriteit, kan aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten, indien:
- a.
het voornemen is kenbaar gemaakt binnen de in het eerste lid, onder b, genoemde termijn, en
- b.
in de zienswijze naar voren wordt gebracht dat de voorgenomen beslissing of handeling verband houdt met een melding of het gevolg is van de uitoefening van zijn functie als vertrouwenspersoon integriteit.
3.
De melder, de vertrouwenspersoon integriteit, of de gewezen vertrouwenspersoon integriteit richt een verzoek om een tegemoetkoming aan het bevoegd gezag.
4.
Aanspraak op een tegemoetkoming bestaat alleen voor zover in verband met de in het eerste en tweede lid bedoelde procedures daadwerkelijk kosten worden of zijn gemaakt met betrekking tot door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.