Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu in Europa
Article 18
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1982
- Bronpublicatie:
19-09-1979, Trb. 1980, 60 (uitgifte: 06-05-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-1982
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-03-1982, Trb. 1982, 28 (uitgifte: 11-03-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
De Permanente Commissie bevordert, voor zover nodig, een minnelijke schikking bij ieder geschil waartoe de uitvoering van dit Verdrag aanleiding zou kunnen geven.
2.
Ieder geschil tussen Verdragsluitende Partijen betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag, dat niet is opgelost op grond van het bepaalde in het vorige lid of door middel van onderhandelingen tussen de partijen bij het geschil, wordt, op verzoek van een van hen aan arbitrage onderworpen, tenzij deze partijen anders overeenkomen. Iedere partij wijst een scheidsman aan en beide scheidsmannen wijzen een derde scheidsman aan. Indien, met inachtneming van het bepaalde in het derde lid van dit artikel, een van de partijen binnen drie maanden na het verzoek om arbitrage haar scheidsman niet heeft aangewezen, wordt deze op verzoek van de andere partij, binnen een nieuwe termijn van drie maanden aangewezen door de president van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. Op dezelfde wijze wordt te werk gegaan indien de beide scheidsmannen binnen drie maanden na de aanwijzing van de beide eerste scheidsmannen geen overeenstemming kunnen bereiken over de keuze van de derde scheidsman.
3.
In geval van een geschil tussen twee Verdragsluitende Partijen waarvan de een Lid-Staat is van de Europese Economische Gemeenschap, die zelf Verdragsluitende Partij is, richt de andere Verdragsluitende Partij het verzoek om arbitrage zowel aan deze Lid-Staat als aan de Gemeenschap, die beide bedoelde Partij, binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek, ervan in kennis stellen of de Lid-Staat dan wel de Gemeenschap of de Lid-Staat te zamen met de Gemeenschap als partij zullen optreden bij het geschil. Wanneer deze kennisgeving niet binnen genoemde termijn wordt gedaan, worden de Lid-Staat en de Gemeenschap geacht op te treden als een en dezelfde partij bij het geschil voor de toepassing van de bepalingen betreffende de vorming en de werkwijze van het scheidsgerecht. Dit is ook het geval wanneer de Lid-Staat en de Gemeenschap gezamenlijk optreden als partij bij het geschil.
4.
Het scheidsgerecht stelt zijn eigen procedureregels vast. De beslissingen worden genomen met meerderheid van stemmen. Zijn uitspraak is definitief en bindend.
5.
Iedere partij bij het geschil draagt de kosten van de scheidsman die zij heeft aangewezen en de partijen dragen gelijkelijk de kosten van de derde scheidsman alsmede de andere aan de arbitrage verbonden kosten.