Einde inhoudsopgave
Wet OM-afdoening
Artikel X
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van dit artikel (07-07-2006, Stb. 330). Inwerkingtreding voorheen: 11-07-2007. Vastgesteld bij het KB van 03-07-2008, Stb. 263.
- Bronpublicatie:
03-07-2008, Stb. 2008, 262 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31404)
26-04-2007, Stb. 2007, 160 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30961)
07-07-2006, Stb. 2006, 330 (uitgifte: 18-07-2006, kamerstukken: 29849)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2011, Stb. 2011, 308 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-06-2011, Stb. 2011, 308 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-06-2011, Stb. 2011, 308 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:
- A.
Aan artikel 2, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, dat luidt:
- p.
strafbeschikking: de strafbeschikking bedoeld in artikel 76, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
- B.
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidend:
Artikel 3a
1
De ontvanger is mede belast met de invordering van de strafbeschikking.
2
Bij de invordering zijn de artikelen 4, 6, 9 tot en met 15, 17, 19, 20, 24, 25, 27 en 28 tot en met 30 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in afwijking van artikel 9, eerste lid, een geldboete invorderbaar is veertien dagen na de uitreiking in persoon of toezending van het afschrift van de strafbeschikking.