Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG
Artikel 159 bis Overgangsbepalingen inzake goedkeuring van financiële holdings en gemengde financiële holdings
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 29-12-2020.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/878)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/878)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële moederholdings en gemengde financiële moederholdings die reeds bestaan op 27 juni 2019, verzoeken uiterlijk op 28 juni 2021 om goedkeuring overeenkomstig artikel 21 bis. Indien een financiële holding of een gemengde financiële holding uiterlijk op 28 juni 2021 geen verzoek om goedkeuring indient, worden er passende maatregelen genomen op grond van artikel 21 bis, lid 6.
Tijdens de overgangsperiode als bedoeld in de eerste alinea van dit artikel beschikken de bevoegde autoriteiten over alle noodzakelijke toezichtsbevoegdheden die hun krachtens deze richtlijn worden verleend met betrekking tot financiële holdings of gemengde financiële holdings die onderworpen zijn aan de goedkeuring overeenkomstig artikel 21 bis met het oog op het toezicht op geconsolideerde basis.