Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 213
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien voor eene ontginning de beschikking over den bovengrond noodig is voor geen langer tijdperk, dan drie jaren, is daarop van toepassing hetgeen in de artt. 187 tot en met 212 omtrent de beschikking over grond ten behoeve van opsporingen is bepaald, met dien verstande:
- a.
dat wat daar ten aanzien van den houder der vergunning (opspoorder) en de opsporingen is voorgeschreven, hier op den concessionaris en ontginning toepasselijk is;
- b.
dat wat daar bepaald is nopens ontdekkers die hunne werkzaamheden voortzetten op den voet van opsporingswerken, hier komt te vervallen;
- c.
dat in dit geval in de plaats van het in het eerste lid van art. 187 genoemd stuk (vergunningsbeschikking of authentiek afschrift daarvan) treedt een authentiek afschrift der in art. 237 genoemde gerechtelijk akte van concessie of c.q. der gerechtelijke akte waaruit blijkt dat de concessie ten name van den concessionaris is overgeschreven;
- d.
dat wat daar is voorgeschreven met betrekking tot van rijksoverheidswege ondernomen opsporingen hier geldt voor ontginning van rijksoverheidswege;
- e.
dat het tweede lid sub a van art. 192 wordt gelezen:
- 1°
een authentiek afschrift der gerechtelijke akte van concessie of een authentiek afschrift der gerechtelijke akte waaruit blijkt; dat de concessie ten name van den eischer is overgeschreven;
- 2°
in geval van ontginning van een afschrift van de beschikking genoemd in het tweede lid van dit artikel.
2.
Indien eene ontginning van rijksoverheidswege wordt ondernomen, treedt in de plaats van het in het eerste lid van art. 187 genoemd stuk, een afschrift van de in art. 236 bedoelde beschikking:
- a.
waaruit dat de rijksoverheid binnen zeker gebied, waarin de benoodigde gronden zijn gelegen, zelve ontginning wenscht te ondernemen;
- b.
houdende aanwijzing van den persoon of de autoriteit, die door de rijksoverheid is gemachtigd om namens hem ter zake van de sub a bedoelde ontginning het noodige, ook in rechten, te verrichten.