Einde inhoudsopgave
Algemene douanewet
Artikel 1:18
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2016
- Bronpublicatie:
20-04-2016, Stb. 2016, 163 (uitgifte: 28-04-2016, kamerstukken: 34409)
- Inwerkingtreding
01-05-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-2016, Stb. 2016, 164 (uitgifte: 28-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Douane (V)
1.
Een beschikking als bedoeld in artikel 5, aanhef en onderdeel 39, van het Douanewetboek van de Unie wordt gelijkgesteld met een beschikking als bedoeld in artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
De toestemming gegeven door de ambtenaar, bedoeld in artikel 1:28, zesde lid, wordt aangemerkt als een beschikking genomen door de inspecteur.
3.
Het doen van aangifte is geen aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
4.
Artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
5.
In afwijking van artikel 3:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de bekendmaking dan wel kennisgeving van beschikkingen op mondelinge verzoeken mondeling aan de verzoeker geschieden.
6.
Artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op beschikkingen als bedoeld in artikel 22, zevende lid, van het Douanewetboek van de Unie.
7.
Afdeling 3.7 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op schriftelijk genomen beschikkingen waarbij verzoeken niet worden ingewilligd of die ongunstige gevolgen hebben voor de personen tot wie zij zijn gericht.
8.
Artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
9.
Artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing indien op grond van artikel 6, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie gemeenschappelijke gegevensvereisten zijn vastgesteld.
10.
Afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
11.
Afdeling 4.1.3, paragraaf 4.1.3.1, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.