Einde inhoudsopgave
Besluit onderstand BES
Artikel 7 Uitsluiting van onderstand
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
02-09-2020, Stb. 2020, 370 (uitgifte: 06-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-09-2020, Stb. 2020, 370 (uitgifte: 06-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere onderwerpen
1.
Geen recht op onderstand heeft de persoon:
- a.
aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen;
- b.
die wegens werkstaking of uitsluiting niet deelneemt aan de arbeid, voor zover diens gebrek aan middelen daarvan het gevolg is;
- c.
die op het moment van aanvraag korter dan vijf jaar onafgebroken rechtmatig woonachtig is in de openbare lichamen, tenzij naar het oordeel van Onze Minister van Justitie de te voorziene onderstandsbehoeftigheid geen aanleiding zal zijn het recht tot verblijf van de betrokken persoon te beëindigen;
- d.
voor zover die per kalenderjaar langer dan vier weken verblijf houdt buiten de openbare lichamen dan wel een aaneengesloten periode van langer dan vier weken verblijf houdt buiten de openbare lichamen;
- e.
die jonger is dan 18 jaar;
- f.
die een uitreiziger is.
2.
Het eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing op de persoon die, nadat hij ten minste vijf jaar onafgebroken rechtmatig woonachtig is geweest in de openbare lichamen:
- a.
de openbare lichamen metterwoon heeft verlaten en binnen vijf jaar na dit vertrek opnieuw rechtmatig woonachtig is in de openbare lichamen; of
- b.
de openbare lichamen om redenen van studie metterwoon heeft verlaten en binnen vijf jaar na beëindiging van de studie opnieuw rechtmatig woonachtig is in de openbare lichamen.
3.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, geldt voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, een periode van dertien weken.