Einde inhoudsopgave
Luchtvaartwet
Artikel 16b [Tussenlandingsvergunning]
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2008
- Bronpublicatie:
22-05-2008, Stb. 2008, 193 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31232)
- Inwerkingtreding
11-06-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2008, Stb. 2008, 193 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31232)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Een vergunning als bedoeld in artikel 16 die niet valt onder de in artikel 16a, eerste lid genoemde verordening, wordt verleend voor een bepaalde, daarin genoemde, termijn van ten hoogste vijf jaar. Zij kan door Onze Minister worden verlengd.
2.
Aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.
3.
Onze Minister kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, schorsen of intrekken:
- a.
indien de vergunninghouder daarom verzoekt;
- b.
wegens niet-uitoefening van het vervoer;
- c.
wegens uitoefening van het vervoer in strijd met bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften;
- d.
wegens niet-inachtneming van aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen;
- e.
indien ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt.
4.
Onze Minister kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, op verzoek van de houder wijzigen.
5.
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid verliest haar geldigheid zolang en voor zover de vergunninghouder is geplaatst op de communautaire lijst, bedoeld in Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en tot intrekking van artikel 9 van richtlijn nr. 2004/36/EG.
6.
Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in het eerste lid, of voor een verlenging voor een dergelijke vergunning wordt afgewezen voor zover de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor de aanvrager op de communautaire lijst, bedoeld in het vijfde lid, is geplaatst.