Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake de internationale geldigheid van strafvonnissen
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 26-07-1974
- Bronpublicatie:
28-05-1970, Trb. 1971, 137 (uitgifte: 11-08-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-07-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-1987, Trb. 1987, 162 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Hij die in de aangezochte Staat in hechtenis wordt gehouden krachtens artikel 32 en, naar aanleiding van een door hem gedaan verzet, overeenkomstig artikel 25 is gedagvaard om te verschijnen ter terechtzitting van het bevoegde gerecht in de verzoekende Staat, wordt daartoe overgebracht naar het grondgebied van die Staat.
2.
Na de overbrenging wordt de betrokkene door de verzoekende Staat niet langer in hechtenis gehouden indien het geval bedoeld in artikel 33, tweede lid, letter (a), zich voordoet of indien de verzoekende Staat de tenuitvoerlegging van de nieuwe veroordeling niet verzoekt. De overgebrachte persoon wordt zo snel mogelijk teruggezonden naar de aangezochte Staat, tenzij hij in vrijheid is gesteld.