Einde inhoudsopgave
Vreemdelingenwet 2000
Artikel 25 [Beslistermijn]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
26-10-2016, Stb. 2016, 415 (uitgifte: 07-11-2016, kamerstukken: 34128)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2016, Stb. 2016, 550 (uitgifte: 29-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Binnen 90 dagen wordt een beschikking gegeven op de aanvraag tot:
- a.
het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14;
- b.
het verlengen van de geldigheidsduur ervan;
- c.
het wijzigen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14;
- d.
het verlenen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20.
2.
De termijn voor het geven van de beschikking, bedoeld in het eerste lid, kan ten hoogste voor zes maanden worden verlengd indien naar het oordeel van Onze Minister voor de beoordeling van de aanvraag advies van of onderzoek door derden of het openbaar ministerie, nodig is.
3.
Onze Minister stelt de vreemdeling in kennis van de verlenging.
4.
Indien de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 is ingediend door een langdurig ingezetene uit een andere lidstaat van de Europese Unie of diens gezinslid, wordt de beschikking in afwijking van het eerste lid gegeven binnen vier maanden, welke termijn in afwijking van het tweede lid in bijzondere gevallen verband houdende met de complexiteit van de aanvraag, voor ten hoogste drie maanden kan worden verlengd. Indien de langdurig ingezetene of het gezinslid krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is uitgenodigd de aanvraag aan te vullen, wordt de beschikking gegeven binnen zeven maanden.
5.
In afwijking van het eerste en tweede lid wordt de beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 onder een beperking verband houdend met verblijf als houder van de Europese blauwe kaart of overplaatsing binnen een onderneming bekend gemaakt binnen 90 dagen en kan die termijn niet worden verlengd.
6.
In afwijking van het eerste en tweede lid wordt de beschikking op een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 onder een beperking verband houdend met wetenschappelijk onderzoek, studie, lerend werken of uitwisseling in het kader van Europees vrijwilligerswerk bekendgemaakt binnen 60 dagen en kan die termijn niet worden verlengd.