Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2019/713 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen
Artikel 3 Frauduleus gebruik van niet-contante betaalinstrumenten
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 123 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/713)
- Inwerkingtreding
30-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 123 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/713)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de volgende handelingen, indien met opzet gepleegd, strafbaar worden gesteld:
- a)
het frauduleus gebruik van een gestolen of anderszins wederrechtelijk toegeëigend of onrechtmatig verkregen niet-contant betaalinstrument;
- b)
het frauduleus gebruik van een nagemaakt of vervalst niet-contant betaalinstrument.