Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1190/2012 vaststelling doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels kalkoenen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2160/2003
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 02-01-2013
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2015, L 68).
- Bronpublicatie:
12-12-2012, PbEU 2012, L 340 (uitgifte: 13-12-2012, regelingnummer: 1190/2012)
- Inwerkingtreding
02-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2012, PbEU 2012, L 340 (uitgifte: 13-12-2012, regelingnummer: 1190/2012)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 12 december 2012 tot vaststelling van een doelstelling van de Unie voor het terugdringen van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij koppels kalkoenen, als vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (1), en met name artikel 4, lid 1, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 2160/2003 heeft tot doel ervoor te zorgen dat er adequate en doeltreffende maatregelen worden getroffen voor de detectie en de bestrijding van salmonella en andere zoönoseverwekkers in alle stadia van productie, verwerking en distributie, in het bijzonder op het niveau van de primaire productie, teneinde de prevalentie ervan en het risico voor de volksgezondheid te verminderen.
- (2)
Krachtens Verordening (EG) nr. 2160/2003 moet een doelstelling van de Unie worden vastgesteld voor het verminderen van de prevalentie van alle salmonellaserotypen die voor de volksgezondheid van belang zijn, bij kalkoenen in het stadium van de primaire productie. Die vermindering is belangrijk om ervoor te zorgen dat de criteria voor salmonella in vers vlees van kalkoenen, als vastgesteld in deel E van bijlage II bij die verordening en in hoofdstuk 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (2) kunnen worden nageleefd.
- (3)
Verordening (EG) nr. 2160/2003 bepaalt dat de doelstelling van de Unie onder meer moet bestaan uit een numerieke uitdrukking van het maximumpercentage epidemiologische eenheden dat positief blijft en/of het minimumpercentage waarmee het aantal positief blijvende epidemiologische eenheden moet worden verminderd, de maximumtermijn voor het verwezenlijken van de doelstelling en de definitie van de nodige testschema's om na te gaan of de doelstelling is verwezenlijkt. Verder moet, indien van toepassing, een definitie worden gegeven van de serotypen die voor de volksgezondheid van belang zijn.
- (4)
Verordening (EG) nr. 2160/2003 bepaalt dat bij de vaststelling van de doelstelling van de Unie rekening moet worden gehouden met de ervaring die is opgedaan in het kader van de bestaande nationale maatregelen, en met de informatie die aan de Commissie of aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) is verstrekt uit hoofde van de bestaande voorschriften van de Unie, in het bijzonder in het kader van de informatie als bedoeld in Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EG van de Raad (3), met name artikel 5.
- (5)
Verordening (EG) nr. 584/2008 van de Commissie van 20 juni 2008 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2160/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een communautaire doelstelling voor het verminderen van de prevalentie van Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij kalkoenen (4) stelt de doelstelling voor het maximumpercentage van koppels kalkoenen dat positief blijft voor deze twee salmonella-serotypen vast op 1 % of minder op uiterlijk 31 december 2012, zowel voor koppels mestkalkoenen als voor koppels volwassen fokkalkoenen.
- (6)
Uit het European Union Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic Agents and Food-borne Outbreaks in 2010 (5) (samenvattend verslag van de Europese Unie over trends en bronnen van zoönoses, zoönoseverwekkers en door voedsel overgedragen uitbraken in 2010) bleek dat Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium de serotypen zijn die het vaakst in verband worden gebracht met ziekte bij de mens. Met name het aantal door Salmonella enteriditis veroorzaakte ziektegevallen bij de mens nam in 2010 verder sterk af.
- (7)
In maart 2012 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies goedgekeurd over een schatting van het effect op de volksgezondheid van de vaststelling van een nieuwe doelstelling voor het terugdringen van salmonella bij kalkoenen (6). Zij concludeerde dat Salmonella enteritidis het meest frequent van moederkip op afstammelingen overgedragen zoönotische serotype van salmonella bij pluimvee is. De EFSA constateerde ook dat de bestrijdingsmaatregelen van de Unie bij kalkoenen hebben bijgedragen tot een aanzienlijke vermindering van het aantal aan kalkoenen gerelateerde gevallen van salmonellose bij de mens in vergelijking met de situatie in 2007. De doelstelling moet daarom worden bevestigd.
- (8)
Monofasische stammen van Salmonella typhimurium behoren tot de salmonellaserotypes die de laatste jaren het vaakst zijn gedetecteerd bij verscheidende soorten dieren en in klinische isolaten van mensen, zoals aangegeven in het European Union Summary Report on Trends and Sources of Zoonoses, Zoonotic Agents and Food-borne Outbreaks in 2010. In het wetenschappelijk advies van de EFSA uit 2010 over de monitoring en de beoordeling van het volksgezondheidsrisico van ‘Salmonella typhimurium-achtige stammen’ dat op 22 september 2010 (7) is goedgekeurd, staat ook dat monofasische Salmonella typhimurium-stammen met de antigene formule 1,4,[5],12:i:-, die stammen met en zonder het O5-antigen omvat, moeten worden beschouwd als varianten van Salmonella typhimurium en een risico voor de volksgezondheid vormen dat vergelijkbaar is met dat van andere Salmonella typhimurium-stammen. Salmonella typhimurium-stammen met de antigene formule 1,4,[5],12:i:- moeten daarom in de doelstelling worden opgenomen.
- (9)
Om na te gaan of de doelstelling van de Unie is bereikt, is het nodig dat herhaaldelijk monsters van koppels kalkoenen worden genomen. Om de resultaten te evalueren en te vergelijken moet een gemeenschappelijk testschema worden beschreven.
- (10)
Er zijn nationale bestrijdingsprogramma's ter verwezenlijking van de doelstelling van de Unie voor 2013 voor koppels kalkoenen ingediend met het oog op medefinanciering door de Unie overeenkomstig Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (8). De technische wijzigingen die in de bijlage bij deze verordening worden aangebracht, zijn rechtstreeks toepasselijk. Als gevolg daarvan hoeft de Commissie de nationale bestrijdingsprogramma's ter uitvoering van deze verordening niet opnieuw goed te keuren. Er is daarom geen overgangsperiode nodig.
- (11)
Verordening (EG) nr. 584/2008 moet voor de duidelijkheid worden ingetrokken.
- (12)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, en het Europees Parlement noch de Raad heeft zich daartegen verzet,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: