Richtlijn 95/60/EG betreffende het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 26-12-1995
- Bronpublicatie:
27-11-1995, PbEG 1995, L 291 (uitgifte: 06-12-1995, regelingnummer: 95/60/EG)
- Inwerkingtreding
26-12-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-1995, PbEG 1995, L 291 (uitgifte: 06-12-1995, regelingnummer: 95/60/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om onrechtmatig gebruik van de gemerkte produkten te voorkomen, en met name om te voorkomen dat de betrokken minerale oliën worden gebruikt als brandstof in de motor van een wegvoertuig of in de tank daarvan worden opgeslagen, tenzij zulks in specifieke door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten bepaalde gevallen is toegestaan.
De Lid-Staten bepalen dat het gebruik van de betrokken minerale oliën in de in de eerste alinea genoemde gevallen wordt beschouwd als een overtreding in de zin van de nationale wetgeving van de Lid-Staat in kwestie. Elke Lid-Staat treft passende maatregelen om de volledige toepassing van alle bepalingen van deze richtlijn te garanderen en stelt met name de sancties vast die bij inbreuk op de genoemde maatregelen moeten worden toegepast; deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.