Einde inhoudsopgave
Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
Artikel 1:9 Uitzonderingen op de tenuitvoerleggingsvolgorde
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
13-12-2019, Stcrt. 2019, 69780 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2772910)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (18-12-2019, Stb. 505).
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Van de bepalingen van deze titel wordt niet afgeweken, tenzij uit een persoonsgerichte beoordeling volgt dat dit bijdraagt aan een persoonsgerichte invulling van de tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 1:2, tweede lid, onder a, van het besluit.
2.
Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, worden in ieder geval betrokken:
- a.
de aard en de ernst van de strafrechtelijke beslissing, alsmede de aanleiding voor de tenuitvoerlegging daarvan;
- b.
de mate waarin de rechtsorde geschokt is vanwege het strafbare feit dat ten grondslag ligt aan de strafrechtelijke beslissing;
- c.
de psychische gesteldheid van de veroordeelde en daaruit voortvloeiende veiligheidsrisico’s;
- d.
de omstandigheid dat de veroordeelde eerder niet heeft meegewerkt aan de tenuitvoerlegging van een strafrechtelijke beslissing.