Subsidieregeling donatie bij leven
Artikel 4
Geldend
Geldend van 01-09-2021 tot 01-09-2026
- Bronpublicatie:
25-06-2021, Stcrt. 2021, 34287 (uitgifte: 06-07-2021, regelingnummer: 2362696-1008130-GMT)
- Inwerkingtreding
01-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2021, Stcrt. 2021, 34287 (uitgifte: 06-07-2021, regelingnummer: 2362696-1008130-GMT)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere onderwerpen
1.
De subsidie bestaat uit:
- a.
de gederfde inkomsten van de donor gedurende de voorbereiding van, de uitvoering van en het herstel na de donatie tot maximaal € 2.600 per week, berekend op basis van:
- 1°
het belastbaar loon per week overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de loonbelasting;
- 2°
de gemiddelde winst uit onderneming per week in het peiljaar, bepaald volgens de regels van paragraaf 3.2.2. van de Wet inkomstenbelasting 2001, met dien verstande dat de subsidie niet minder bedraagt dan 80% van het bedrag van de uitkering die bij overeenkomstige toepassing van artikel 3:23, derde lid, van de Wet arbeid en zorg wordt berekend;
- 3°
het gemiddelde resultaat uit overige werkzaamheden per week in het peiljaar, bepaald volgens de regels van afdeling 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met uitzondering van de in de artikelen 3.91 en 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedoelde werkzaamheden;
- 4°
in geval de donor niet een binnenlandse belastingplichtige is als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, de inkomsten die vergelijkbaar zijn met de hiervoor genoemde inkomensbestanddelen, waarbij acht wordt geslagen op Hoofdstuk 7 van de Wet inkomstenbelasting 2001;
- b.
in geval de donor anders dan in dienstbetrekking, als zelfstandige of als beroepsbeoefenaar meewerkt in de onderneming van zijn echtgenoot of geregistreerde partner: de kosten van vervanging van de arbeidsinbreng van de donor gedurende de voorbereiding van, de uitvoering van en het herstel na de donatie door een persoon die ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling met het statutaire doel arbeidskrachten ter beschikking te stellen;
- c.
de kosten voor zorg, andere diensten of huishoudelijke verzorging aan de donor, waar van toepassing op indicatie, verleend in het kader van de voorbereiding van, de uitvoering van en het herstel na de donatie, bestaande uit:
- 1°
de eigen bijdrage en het eigen risico van de donor voor zorg of andere diensten verleend uit hoofde van de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg;
- 2°
de bijdrage van de donor voor een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget ten behoeve van de zelfredzaamheid verleend krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 dan wel de kosten van de donor voor huishoudelijke hulp die niet krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is verleend tot een bedrag van ten hoogste € 300;
- 3°
de kosten van de donor voor medisch noodzakelijke zorg die aan de donor op schriftelijke medische indicatie is verleend en die niet valt onder de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg;
- d.
de kosten van reizen, met inbegrip van reizen naar en van Nederland, die één door de donor aangewezen persoon maakt in het kader van de voorbereiding van, de uitvoering van en het herstel na een donatie:
- 1°
bij buitenlandse reizen per openbaar vervoer, vliegtuig of boot: berekend op basis van de overgelegde vervoersbewijzen tot maximaal de laagste klasse van het desbetreffende vervoermiddel;
- 2°
bij buitenlandse reizen met andere middelen van vervoer: berekend op basis van de laagste klasse van openbaar vervoer;
- 3°
bij binnenlandse reizen een eenmalig bedrag ten behoeve van de binnenlandse reiskosten en de verblijfkosten van de door de donor aangewezen persoon gedurende de uitvoering van de donatie te bepalen volgens de onderstaande tabel:
afstand woning persoon tot ziekenhuis waar donatie plaatsvindt
per dag dat donor in het ziekenhuis is opgenomen
0 tot 10 km
€ 6,50
10 tot 50 km
€ 20
50 tot 100 km
€ 32
100 tot 150 km
€ 42
150 km of meer
€ 48
- e.
de hotelkosten voor maximaal vijf dagen:
- 1°
die de uit het buitenland afkomstige donor maakt na ontslag uit het ziekenhuis voor een bedrag van ten hoogste € 99 per overnachting inclusief ontbijt;
- 2°
die de door de donor aangewezen persoon maakt voor een bedrag van ten hoogste € 99 per overnachting inclusief ontbijt met dien verstande dat bij verblijf in een hotel het bedrag ten behoeve van de binnenlandse reiskosten, bedoeld in onderdeel d, onder 3° op één dag wordt bepaald;
- f.
de kosten van de donor voor het opvangen en verzorgen van personen of huisdieren waarvoor de donor de zorg draagt gedurende de uitvoering van en het herstel na een donatie voor zover die kosten de gebruikelijke kosten van de donor voor die opvang en verzorging te boven gaan;
- g.
uitsluitend in geval de donatie buiten het woonland van de donor wordt uitgevoerd een bedrag van € 9 per etmaal dat de donor in het kader van de voorbereiding van of het herstel na de donatie, tot uiterlijk 13 weken, dan wel 26 weken in geval van een leverdonatie, na de datum van ontslag van de donor uit het ziekenhuis waar de donatie is uitgevoerd, buiten een zorginstelling verblijft in het land waar de donatie wordt uitgevoerd, vermeerderd, indien de donor woonachtig is buiten Europa, met een eenmalig bedrag van € 100 dan wel met de kosten van een machtiging tot voorlopig verblijf als bedoeld in artikel 1, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000, van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 en van een verzekering tegen ziektekosten als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, onder c, van het Vreemdelingenbesluit 2000;
- h.
ten behoeve van overige kosten een eenmalig bedrag van € 381 in geval van nierdonatie, € 425 in geval van leverdonatie of € 110 in geval donatie niet heeft plaatsgevonden maar wel is gestart met de uitvoering van een donatie.
2.
De kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e en f, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking voor zover:
- a.
de donor die kosten noodzakelijkerwijs heeft gemaakt als rechtstreeks gevolg van de voorbereiding van, de uitvoering van of het herstel na een donatie,
- b.
in de periode die eindigt uiterlijk 13 weken, dan wel 26 weken in geval een leverdonatie, na de datum van ontslag van de donor uit het ziekenhuis waar de donatie is uitgevoerd, en
- c.
de donor niet enige andere bijdrage in die kosten heeft ontvangen, heeft kunnen ontvangen of kan ontvangen.
3.
In afwijking van het tweede lid, onderdeel a, wordt in geval van een subsidie berekend op basis van de inkomenscomponenten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2° of 3°, bij de berekening uitgegaan van een periode van 6 weken herstel na de datum van ontslag van de donor uit het ziekenhuis waar de donatie is uitgevoerd.