Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:100 Geheel of gedeeltelijke afschrijving
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
28-11-2018, Stb. 2018, 489 (uitgifte: 21-12-2018, kamerstukken: 34842)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, Stb. 2018, 491 (uitgifte: 21-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Onverminderd artikel 3A:101 wordt, indien de Nederlandsche Bank ingevolge artikel 3A:93, eerste lid, het uitstaande verschuldigde bedrag van een verplichting van een entiteit tot nihil vermindert, de verplichting als voldaan beschouwd evenals eventuele verplichtingen of vorderingen die daaruit voortvloeien en die niet opeisbaar waren op het moment waarop de bevoegdheid werd uitgeoefend.
2.
Indien de Nederlandsche Bank het uitstaande verschuldigde bedrag van een verplichting van een entiteit vermindert, maar niet tot nihil vermindert, onverminderd artikel 3A:101:
- a.
wordt de verplichting als voldaan beschouwd ter hoogte van het verminderde bedrag; en
- b.
blijven de voorwaarden van het betrokken instrument of de betrokken overeenkomst waarop de oorspronkelijke verplichting is gebaseerd, van toepassing op het resterende uitstaande verschuldigde bedrag van de verplichting, met uitzondering van een eventuele wijziging van het verschuldigde rentebedrag om de vermindering van het bedrag weer te geven, en onverminderd de toepassing van artikel 3A:122, eerste en derde lid.