Einde inhoudsopgave
Regeling voorkoming verontreiniging door schepen
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2016
- Bronpublicatie:
22-08-2016, Stcrt. 2016, 44653 (uitgifte: 09-09-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2016/177402)
- Inwerkingtreding
18-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet scheepsuitrusting 2016 (23-08-2016, Stb. 322).
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Afval
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - branchespecifiek
Indien ten aanzien van scheepsuitrusting die is voorzien van een stuurwielmarkering als bedoeld in de Wet scheepsuitrusting 2016, toepassing is gegeven aan artikel 19, eerste lid, van de Wet scheepsuitrusting 2016, neemt het Hoofd van de Scheepvaartinspectie passende voorlopige maatregelen om te voorkomen dat die uitrusting aan boord van schepen wordt geplaatst of gebruikt. Indien nodig verbiedt hij de plaatsing of het gebruik aan boord van schepen.