Einde inhoudsopgave
Dienstplichtwet BES
Artikel 116
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Dienstplichtverordening 1961, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 426 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
De dienstplichtige die rechtstreeks in zijn belang is getroffen door een beslissing gegeven krachtens deze titel of krachtens enig voorschrift, berustend op deze titel, kan zijn bezwaren tegen die beslissing, voor zover zij niet zijn gericht tegen een algemeen verbindend voorschrift, onder vermelding van de gronden waarop zijn bezwaren berusten, schriftelijk ter kennis brengen van:
- a.
Onze Minister van Defensie, indien zijn bezwaren betrekking hebben op een over hem opgemaakte beoordeling;
- b.
de Regionaal Bevelhebber, indien zijn bezwaren betrekking hebben op een ten aanzien van hem genomen beslissing door een militaire autoriteit;
- c.
Onze Minister van Defensie, indien zijn bezwaren betrekking hebben op een ten aanzien van hem genomen beslissing door een niet-militaire autoriteit.
2.
Tegen een door Onze Minister van Defensie genomen beslissing op een bezwaarschrift als bedoeld in het vorige lid, onder a, kan beroep worden ingesteld bij het Gerecht in Ambtenarenzaken volgens de voor dit beroep geldende regels.
3.
Het bezwaarschrift, gericht aan de autoriteiten bedoeld in het eerste lid, onder b of c, moet worden ingediend binnen dertig dagen na de dag waarop de beslissing waartegen de bezwaren zijn gericht, is genomen. Is het bezwaarschrift ingediend na die termijn, dan wordt het geacht tijdig te zijn ingediend, indien de belanghebbende aantoont dat het is ingediend binnen dertig dagen na de dag waarop hij redelijkerwijs kennis heeft kunnen dragen van de beslissing waartegen de bezwaren zijn gericht.
4.
De autoriteit, bedoeld in het eerste lid, onder b of c neemt zo spoedig mogelijk de beslissing waartegen het bezwaarschrift zich richt in het heroverweging en zendt per aangetekende brief een afschrift van zijn beslissing aan de belanghebbende die het bezwaarschrift heeft ingediend. Daarbij vermeldt hij dat tegen die beslissing beroep kan worden ingesteld bij het Gerecht in Ambtenarenzaken, alsmede binnen welke termijn dat beroep moet worden ingesteld.
5.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder dienstplichtige mede begrepen:
- a.
de gewezen dienstplichtige;
- b.
ieder ander die bij of krachtens deze wet wordt aangemerkt als belanghebbende;
- c.
de nagelaten betrekkingen of rechtverkrijgenden van de dienstplichtige, de gewezen dienstplichtige of een persoon als bedoeld onder b.
6.
Beroep kan niet worden ingesteld tegen beslissingen ingevolge de bij of krachtens de Wet militair tuchtrecht (P.B. 1990, no. 64) gegeven regels.