Einde inhoudsopgave
Inkomstenregeling militairen
Artikel 32b Tegemoetkoming in de extra kosten voor zorg voor jonge kinderen tijdens uitzending en inzet
Geldend
Geldend vanaf 04-03-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2019
- Bronpublicatie:
17-02-2021, Stcrt. 2021, 9568 (uitgifte: 03-03-2021, regelingnummer: BS2021000345)
- Inwerkingtreding
04-03-2021, terugwerkend tot: 01-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-02-2021, Stcrt. 2021, 9568 (uitgifte: 03-03-2021, regelingnummer: BS2021000345)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bezoldiging
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Vergoeding
1.
In dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
uitzending en inzet: een aaneengesloten periode van tenminste zeven dagen in het kader van buiten Nederland doorgebrachte inzet in het kader van een vredes- of humanitaire operatie of het voor ten minste zeven aaneengesloten dagen arbeid verrichten onder omstandigheden waarbij de bepalingen van de Arbeidstijdenwet of van hoofdstuk 7 van het AMAR niet van toepassing waren;
- b.
zorgplicht: de duurzame verzorging en opvoeding van een kind als eigen kind, waarbij de militair volgens de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres woont als dat kind;
- c.
voorzieningen: maatwerkoplossingen voor knelpunten in de gezinssituatie.
2.
De militair met een zorgplicht kan een aanvraag indienen bij de commandant voor financiële bijstand bij het treffen van voorzieningen tijdens uitzending en inzet, mits het kind waarvoor de zorgplicht geldt de leeftijd van vijf jaar nog niet heeft bereikt.
3.
De militair met een zorgplicht heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de noodzakelijke extra kosten voor het treffen van voorzieningen, als bedoeld in het tweede lid, voor zover hiervoor niet al op basis van de Wet kinderopvang een tegemoetkoming wordt verstrekt.
4.
Het maximumbedrag voor de tegemoetkoming, genoemd in het derde lid, bedraagt per maand een bedrag dat berekend wordt als het product van het aantal kinderen dat de leeftijd van vijf jaar nog niet heeft bereikt en het bedrag van € 150, de verschuldigde loonheffing en premies komen voor rekening van het Rijk. Het genoemde bedrag geldt na aftrek van de loonheffing en inhoudingen, bedoeld in paragraaf 5 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, die in voorkomend geval zijn verschuldigd en voor rekening van Defensie komen.
5.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de militair, die is belast met mantelzorg voor zijn echtgenote of echtgenoot alsmede diegene die hieronder volgens artikel 1, derde en vierde lid van het Algemeen militaire[lees: militair] ambtenarenreglement wordt verstaan of de kinderen waarvoor de militair duurzaam de verzorging en opvoeding op zich heeft genomen.
6.
De commandant kan de militair vragen bewijsstukken van de te maken of gemaakte kosten te overleggen.