Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Bronpublicatie:
22-05-2000, Trb. 2001, 46 (uitgifte: 02-03-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-07-2004, Trb. 2004, 179 (uitgifte: 08-07-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
betreffende de rechtmatigheid van aanspraken, bij het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië
Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Republiek Kaapverdië
Zijn de volgende bepalingen overeengekomen:
Verificatie van aanvragen en betalingen
Artikel 1
1
Het bevoegde orgaan van de ondertekenende Staat waarbij een aanvraag om uitkering is ingediend, is verplicht de juistheid van de inlichtingen met betrekking tot de aanvrager en, in voorkomend geval, tot de gezinsleden te verifiëren en moet de bewijsstukken of vergelijkbare documenten verstrekken aan het bevoegde orgaan van de andere ondertekenende Staat, zodanig dat deze laatste de behandeling van de aanvraag kan vervolgen.
2
Het eerste lid is eveneens van toepassing wanneer het bevoegde orgaan van een van de ondertekenende Staten een verzoek indient bij het orgaan van de andere Staat om een onderzoek uit te voeren naar de rechtmatigheid van de betalingen aan de uitkeringsgerechtigden die wonen of verblijven op het grondgebied van een van beide ondertekenende Staten.
3
De in het eerste en tweede lid bedoelde inlichtingen omvatten met name het adres, het werk, het volgen van scholing, het inkomen, de gezinssituatie en de arbeidsgeschiktheid of de gezondheidstoestand.
4
De bevoegde organen van de ondertekenende Staten kunnen zich rechtstreeks wenden tot elkaar of tot de uitkeringsgerechtigden of tot hun vertegenwoordigers.
5
Inlichtingen kunnen rechtstreeks worden gevraagd aan de autoriteiten, op het grondgebied van de andere Staat, door de bevoegde organen van de ondertekenende Staten, alsmede door de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers om het recht op uitkering van de uitkeringsgerechtigden van een van de ondertekenende Staten vast te stellen, alsmede de rechtmatigheid van de aan hen gedane betalingen. De verzoeken om inlichtingen van de bevoegde organen van de ondertekenende Staten en van de diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers aan de autoriteiten op het grondgebied van de andere Staat zijn slechts mogelijk door tussenkomst van de verbindingsorganen van de andere Staat.
6
De autoriteiten waarop in het voorgaande lid wordt gedoeld zijn met name de fiscus, de bureaus van de burgerlijke stand en bevolkingsbureaus, de arbeidsbureaus en de onderwijsinstellingen.
Identificatie
Artikel 2
Om het recht op uitkering en de rechtmatigheid van de betaling te kunnen vaststellen, zijn de personen op wie het Verdrag van toepassing is verplicht hun identiteit aan te tonen bij het bevoegde orgaan van het land van hun woonplaats door overlegging van een officieel identiteitsbewijs. Het bevoegde orgaan van het land van de woonplaats kan aldus de persoon naar behoren identificeren aan de hand van het identiteitsbewijs dat deze overlegt. Genoemd orgaan zendt vervolgens een afschrift van het identiteitsbewijs aan het bevoegde orgaan van de andere ondertekenende Staat.
Een geldig paspoort of geldige identiteitskaart, afgegeven door een bevoegde autoriteit van de woonplaats van de belanghebbende vormt een identiteitsbewijs.
Medische controle
Artikel 3
1
De in de Nederlandse wettelijke regelingen beoogde medische en administratieve controles van de aanvragers of rechthebbenden die wonen in Kaapverdië worden, op verzoek van het bevoegde orgaan, uitgevoerd door het Instituto Nacional de Previdência Social (INPS).
2
De in de wettelijke regelingen van Kaapverdië beoogde medische en administratieve controles van de aanvragers of rechthebbenden die wonen in Nederland worden, op verzoek van het bevoegde orgaan, uitgevoerd door het Landelijk instituut sociale verzekering (Lisv), p/a Gak Nederland bv.
3
Voor de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid kunnen de organen van elke ondertekenende Staat zich baseren op de door de andere Staat verstrekte medische rapporten en administratieve gegevens. Het bevoegde orgaan behoudt evenwel de mogelijkheid het onderzoek van de betrokkene te doen verrichten door een arts van zijn keuze, of hem op te roepen voor een geneeskundig onderzoek op het grondgebied van de bevoegde Staat.
4
De belanghebbende is verplicht gehoor te geven aan de in het derde lid bedoelde oproep, hetgeen wil zeggen dat hij zich moet melden en een medisch onderzoek moet ondergaan. Indien hij verklaart dat hij om medische redenen niet in staat is om zich naar het grondgebied van de Staat te begeven waar het bevoegde orgaan hem heeft opgeroepen, moet hij het orgaan hierover onverwijld inlichten. In dat geval moet hij een medische verklaring overleggen die is afgegeven door een door het bevoegde orgaan geautoriseerde arts. Deze verklaring moet de medische redenen vermelden van de onmogelijkheid om te reizen, alsmede het tijdvak waarna deze onmogelijkheid eindigt.
5
De medische kosten alsmede de reiskosten vanaf de woonplaats en de kosten van opname in een ziekenhuis komen, indien het onderzoek wordt verricht op het grondgebied van de bevoegde Staat, ten laste van het orgaan dat om het onderzoek heeft verzocht.
Terugvordering van onverschuldigde betalingen
Artikel 4
1
De voor tenuitvoerlegging vatbare rechterlijke uitspraken en beslissingen alsmede die van de organen of autoriteiten van een van de ondertekenende Staten betreffende de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen terzake van sociale zekerheid worden door de andere Staat erkend.
2
Deze uitspraken en beslissingen kunnen slechts worden afgewezen, indien zij strijdig zijn met de openbare orde van de ondertekenende Staat waar de rechterlijke uitspraak of de beslissing moet worden erkend.
3
De in het eerste lid bedoelde uitspraken en beslissingen moeten door de andere ondertekenende Staat ten uitvoer worden gelegd. Hun tenuitvoerlegging geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de Staat op het grondgebied waarvan de beslissing moet worden toegepast en die in die Staat van kracht zijn voor de tenuitvoerlegging van genomen beslissingen en gedane uitspraken. Het gewaarmerkte afschrift van de beslissing of uitspraak moet worden voorzien van de uitvoerbaarverklaring.
4
Wanneer het bevoegde orgaan van een ondertekenende Staat met toepassing van het Verdrag of de nationale wetgeving aan een rechthebbende een invaliditeits-, ouderdoms- of nabestaandenuitkering heeft betaald, en het betaalde bedrag onverschuldigd is of hoger dan dat waarop hij recht had, kan dit orgaan het orgaan van de bevoegde Staat dat aan de belanghebbende een uitkering verstrekt, verzoeken het onverschuldigde of teveel betaalde bedrag in mindering te brengen op aan de belanghebbende te betalen achterstallige bedragen of uitkering. Dit orgaan houdt het betrokken bedrag in overeenkomstig de voorwaarden vastgesteld in de bepalingen die het toepast en betaalt het ingehouden bedrag aan het orgaan dat een vordering heeft.
Inning van premies
Artikel 5
1
De voor tenuitvoerlegging vatbare rechterlijke uitspraken en beslissingen alsmede die van de organen of autoriteiten van een van de ondertekenende Staten betreffende de inning van premies terzake van sociale zekerheid worden door de andere Staat erkend.
2
Deze uitspraken en beslissingen kunnen slechts worden geweigerd indien zij strijdig zijn met de openbare orde van de ondertekenende Staat waar de rechterlijke uitspraak of de beslissing moet worden goedgekeurd.
3
De in het eerste lid bedoelde uitspraken en beslissingen moeten door de andere ondertekenende Staat ten uitvoer worden gelegd. Hun tenuitvoerlegging geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen van de Staat op het grondgebied waarvan de beslissing moet worden toegepast en die in die Staat van kracht zijn voor de tenuitvoerlegging van genomen beslissingen en gedane uitspraken. Het gewaarmerkte afschrift van de beslissing of uitspraak moet worden voorzien van de uitvoerbaarverklaring.
Weigering, opschorting, intrekking
Artikel 6
Het bevoegde orgaan van een van de ondertekenende Staten is gerechtigd:
- —
de invaliditeits-, ouderdoms- of nabestaandenuitkering alsmede de kinderbijslagen te weigeren of op te schorten, indien de aanvrager of de rechthebbende of het verbindingsorgaan van de andere Staat de gevraagde inlichtingen niet verstrekt, zulks binnen een termijn van drie maanden na het indienen van het verzoek;
- —
genoemde uitkeringen in te trekken, indien de aanvrager of de rechthebbende of het verbindingsorgaan van de andere Staat de gevraagde inlichtingen niet heeft verstrekt binnen een aanvullende termijn van drie maanden.
Slotbepalingen
Artikel 7
Dit Protocol vormt een integrerend deel van het Verdrag inzake sociale zekerheid.
Artikel 8
Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de maand waarin de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat de constitutionele procedures voor de inwerkingtreding van het Protocol in hun respectieve landen zijn voltooid.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, het Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te Praia, op 22 mei 2000, in twee exemplaren in de Franse taal.