Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 147
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Mijnbouwwet (31-10-2002, Stb. 542).
- Bronpublicatie:
06-12-2002, Stb. 2002, 604 (uitgifte: 24-12-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2002, Stb. 2002, 603 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
In een vergunning als bedoeld in artikel 146 wordt bepaald voor welk tijdvak en welk gebied zij geldt. Het tijdvak waarvoor de vergunning geldt, kan op aanvraag van de vergunninghouder worden verlengd.
2.
In de vergunning kunnen in ieder geval voorschriften worden gesteld of beperkingen opgenomen omtrent:
- a.
de wijze van winning;
- b.
de ligging, hoogte en breedte van de tunnels, schachten of andere ondergrondse werken;
- c.
de afmeting van de pilaren;
- d.
de maatregelen bij het aantreffen van aardpijpen;
- e.
de maatregelen bij het kruisen van tunnels, schachten of andere ondergrondse werken, en
- f.
de wijze waarop en frequentie waarmee metingen naar de gesteente-mechanische veiligheid van de groeve worden gedaan en de resultaten daarvan worden verstrekt.