Einde inhoudsopgave
Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1998
- Bronpublicatie:
11-09-1997, Stb. 1997, 514 (uitgifte: 13-11-1997, kamerstukken: 24622)
- Inwerkingtreding
01-01-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1997, Stb. 1997, 678 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Onze Minister bepaalt in overeenstemming met Onze Minister van Financiën welke vermogensbestanddelen van de Staat die aan het dienstonderdeel Staatsbosbeheer van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij worden toegerekend, worden toebedeeld aan Staatsbosbeheer.
2.
De in het eerste lid bedoelde vermogensbestanddelen gaan met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet onder algemene titel om niet over op Staatsbosbeheer.
3.
Ingeval krachtens het tweede lid registergoederen overgaan, zal verandering in de tenaamstelling in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek plaatsvinden. De daartoe nodige opgaven worden door de zorg van Onze Minister aan de bewaarders van de desbetreffende registers gedaan.
4.
Ter zake van de verkrijging door Staatsbosbeheer van vermogensbestanddelen, bedoeld in het tweede lid, blijft de heffing van overdrachtsbelasting achterwege.
5.
Indien deze wet wordt ingetrokken, gaan op het tijdstip van intrekking van deze wet de vermogensbestanddelen van Staatsbosbeheer onder algemene titel om niet over op de Staat.