Einde inhoudsopgave
Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000
Artikel 5a [Vergoedingen voor rechtsbijstandverlening]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Redactionele toelichting
Dit besluit, zoals dat luidde op de dag vóór inwerking van deze wijziging, blijft van toepassing op toevoegingen die zijn afgegeven vóór 01-07-2024 en piketzaken waarin rechtsbijstand is verleend vóór 01-07-2024.
- Bronpublicatie:
15-04-2024, Stb. 2024, 100 (uitgifte: 22-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2024, Stb. 2024, 100 (uitgifte: 22-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
De vergoeding, bedoeld in de rijen A58, A59 en A60 van de bijlage wordt telkens met twee punten verlaagd, indien de in die rijen bedoelde rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk is verleend in de vorm van rechtshulp door een ander dan de toegevoegde rechtsbijstandverlener.
2.
De vergoeding, bedoeld in de rijen A58, A59 en A60 van de bijlage wordt eenmaal met twee en een halve punt verhoogd, indien na het verstrijken van de termijnen, bedoeld in artikel 3.110 en 3.115 van het Vreemdelingenbesluit 2000:
- a.
de vreemdeling wordt onderworpen aan een aanvullend nader gehoor;
- b.
na een eerder voornemen een nieuw voornemen wordt uitgebracht om de asielaanvraag af te wijzen, niet in behandeling te nemen, niet-ontvankelijk te verklaren dan wel buiten behandeling te stellen;
- c.
op verzoek van Onze Minister van Justitie en Veiligheid aanvullend medisch onderzoek wordt verricht of een individueel ambtsbericht door Onze Minister van Buitenlandse Zaken wordt uitgebracht.
3.
Indien een of meer gezinsleden aan wie geen toevoeging is verleend in de periode voorafgaand aan de bekendmaking van de beschikking op de asielaanvraag worden onderworpen aan een nader gehoor als bedoeld in de artikelen 3.109c, vierde lid, 3.109ca, vierde lid, en 3.113 van het Vreemdelingenbesluit 2000, wordt de vergoeding, bedoeld in de rijen A58, A59, A60 en A61 van de bijlage eenmaal met twee en een halve punt verhoogd.
4.
Indien het verzoek om een voorlopige voorziening ter zitting is behandeld, anders dan gevoegd, gelijktijdig, aansluitend of nagenoeg aansluitend met de hoofdzaak, wordt de vergoeding, bedoeld in de rijen A56, A57, A67, A68, A69 en A70 van de bijlage, met vier punten verhoogd. Artikel 7, tweede lid, is niet van toepassing.
5.
De vergoeding, bedoeld in de rijen A58, A59, A60, A61, A65 en A66 van de bijlage, wordt eenmalig met twee en een halve punt verhoogd, indien na gegrondverklaring van het beroep of het hoger beroep, dan wel na intrekking van het besluit hangende dat beroep of hoger beroep:
- a.
de vreemdeling wordt onderworpen aan een aanvullend nader gehoor; of
- b.
na een eerder voornemen een nieuw voornemen wordt uitgebracht om de asielaanvraag af te wijzen, niet in behandeling te nemen, niet-ontvankelijk te verklaren dan wel buiten behandeling te stellen.
6.
In afwijking van artikel 13 wordt in een procedure als bedoeld in de rijen A58, A59, A60 en A61, van de bijlage, waarin de tijdsbesteding aan de verlening van rechtsbijstand uitgaat boven de 20 uur, voor elk uur waarin boven voornoemde grens rechtsbijstand wordt verleend, één punt toegekend mits het bestuur de begroting van de tijdsbesteding voor de naar verwachting nog te verrichten werkzaamheden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, heeft goedgekeurd.