Einde inhoudsopgave
Besluit SUWI
Artikel 5.5 Gebruik elektronische voorzieningen voor gegevensverkeer opsporing en toezicht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
25-11-2020, Stb. 2020, 494 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2020, Stb. 2020, 494 (uitgifte: 03-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor het verstrekken van gegevens en inlichtingen als bedoeld in de artikelen 54 en 72 van de Wet SUWI, en 5.4 aan Onze Minister en de opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 85, tweede lid, van de Wet SUWI, maken het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders gebruik van de elektronische voorzieningen als bedoeld in paragraaf 5.6, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van of het toezicht op de naleving van de in artikel 5.4 genoemde wetten, respectievelijk voor de opsporing van feiten strafbaar gesteld bij de Wet SUWI of enige andere wet.
2.
Het verstrekken van gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 73, zevende en achtste lid, van de Wet SUWI aan het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders, vindt plaats met gebruik van de elektronische voorzieningen.