Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 391 Redelijke termijn voor naleving
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
1.
Indien onmiddellijke naleving niet mogelijk is, trachten de partijen overeenstemming te bereiken over de termijn waarbinnen de uitspraak moet worden nageleefd. In dat geval stelt de partij waartegen de klacht gericht is uiterlijk dertig dagen na ontvangst van de kennisgeving van de uitspraak van het arbitragepanel aan de partijen, de klagende partij en het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, als beschreven in artikel 438, lid 4, van deze overeenkomst, in kennis van de tijd die zij nodig heeft om de uitspraak na te kunnen leven (‘redelijke termijn’) en vermeldt zij de redenen waarom zij de door haar voorgestelde termijn redelijk acht.
2.
Indien de partijen het niet eens zijn over een redelijke termijn voor naleving van de uitspraak van het arbitragepanel, verzoekt de klagende partij binnen twintig dagen na ontvangst van de kennisgeving overeenkomstig lid 1 door de partij waartegen de klacht gericht is, het oorspronkelijke arbitragepanel schriftelijk om een redelijke termijn vast te stellen. Dit verzoek wordt tegelijkertijd medegedeeld aan de andere partij en aan het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Binnen twintig dagen na de indiening van het verzoek stelt het oorspronkelijke arbitragepanel de partijen en het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken van zijn uitspraak in kennis.
3.
De partij waartegen de klacht gericht is, stelt de klagende partij ten minste dertig dagen voor afloop van de redelijke termijn schriftelijk in kennis van de vorderingen die zij maakt bij de naleving van de uitspraak van het arbitragepanel.
4.
De partijen kunnen de redelijke termijn in onderling overleg verlengen.