Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling visserij
Bijlage 17 Gebieden waar de vrijstelling voor de recreatieve visserij met het vistuig staand want, niet geldt
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
16-10-2016, Stcrt. 2016, 55791 (uitgifte: 28-10-2016, regelingnummer: WJZ / 16153443)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-10-2016, Stcrt. 2016, 55791 (uitgifte: 28-10-2016, regelingnummer: WJZ / 16153443)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
behorend bij artikel 52a, tweede lid
1
De Oosterschelde, het Zeegat van Goeree, het Brouwershavensche Gat, de buitenhavens van Delfzijl en het Nederlandse gedeelte van de Dollard.
2
In de Waddenzee:
Verhuurde schelpdierpercelen, met bakens gemarkeerd; het hele kombergingsgebied van het Engelschmangat; het Normerven ten noordwesten van Hippolytushoef en een zone van 1.000 meter er omheen; de groene lijngebieden waartoe krachtens artikel 2.5, eerste lid, van de Wet natuurbescherming beperkte toegang mogelijk is, zoals aangegeven op de meest recente hydrografische kaarten nummer 1811 en 1812 van de Dienst der Hydrografie; de bij laagwater droogvallende platen ten noorden, oosten en zuiden van Noorderhaaks voor zover gelegen ten oosten van de lijn van de lichttoren Kijkduin bij Den Helder naar de positie 52'58‘24″NB en 4'39'30″OL op Noorderhaaks gelegen en vervolgens naar de oriënteertafel op het Loodsmansduin te Texel; alle aan de Waddenzee gelegen open havens en spuihavens; het gedeelte ter breedte van 100 meter langs de Afsluitdijk van Den Oever tot de Kop Afsluitdijk; het gedeelte ter breedte van 100 meter langs de Friese dijk vanaf de Kop Afsluitdijk tot dijkpaal 9.4 bij Koehool; een gedeelte ter breedte van 100 meter langs de havendammen en leidammen van de aan de Afsluitdijk gelegen havens; het gedeelte ter breedte van 100 meter langs de Noorder- en Zuiderpier te Harlingen; het gedeelte ter breedte van 100 meter langs de pieren te Roptazijl; het bij laagwater droogvallende gedeelte langs de Noordvaarder, genaamd Groene Strand; het Oostelijk ras en de Boschplaat inclusief de slenken oost van Rimkeskooi; het gedeelte ter breedte van 200 meter langs de westelijke havendam van Lauwersoog en de Friese Lauwersdijk vanaf het groene havenlicht tot dijkpaal 2.1; het gedeelte ter breedte van 200 meter langs de oostelijke havendam van Lauwersoog en de Groningse Lauwersdijk vanaf het rode havenlicht tot dijkpaal 86,5 en van dijkpaal 85,5 tot dijkpaal 84,5 en het gedeelte ter breedte van 250 meter langs de rijsdam van de toeleidingsgeul naar de haven van Noordpolderzijl.
3
In het Nederlandse gedeelte van de Eems:
De Eemshaven, het gedeelte ter breedte van 200 meter langs de buitenzijde van de strekdammen van de Eemscentrale; tussen de strekdammen van de Eemscentrale, de Eemsdijk vanaf de oostelijke strekdam van de Eemscentrale in zuidelijke richting tot dijkpaal 38; het gedeelte van het Eemswad begrensd door de noordelijke pier van het Zeehavenkanaal en de lijn tussen het groene havenlicht op de oostelijke punt van de pier en de ton BW 11 van het vaarwater Bocht van Watum en vandaar in zuidelijke richting naar de noordelijke pier; een gedeelte ter breedte van 500 meter van het Borgsweerder wad langs de Oterdumpier; een gedeelte ter breedte van 100 meter van het Borgsweerder wad langs de westelijke strekdam van de haven van Termunterzijl; de buitenhavens van Termunterzijl; een gedeelte ter breedte van 250 meter van het Termunterwad langs de oostelijke strekdam van de haven van Termunterzijl; een gedeelte ter breedte van 500 meter van het Termunterwad gelegen langs de zeedijk vanaf de oostelijke strekdam van de haven van Termunterzijl tot de lijn die gevormd wordt door de kerktoren van Termunten en dijkpaal 16,5 op de dijk; het droogvallende gedeelte vanaf de lijn die gevormd wordt door de dijkpalen 14,5 (nabij het gemaal de Fiemel) tot de meest oostelijke punt van de Punt van Reide.