Einde inhoudsopgave
Wet militair tuchtrecht
Artikel 93
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
02-06-1999, Stb. 1999, 343 (uitgifte: 12-08-1999, kamerstukken: 25454)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-1999, Stb. 1999, 496 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
De behandeling van het beroep geschiedt ter openbare terechtzitting. De voorzitter heeft de leiding van de behandeling. Hij kan op verzoek van de gestrafte, de commandant of de beklagmeerdere, of om redenen aan de openbare orde ontleend gelasten dat de behandeling achter gesloten deuren plaatsvindt.
2.
De artikelen 62, 67–69, 74 en 75 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor commandant gelezen wordt militaire kamer.
3.
Ten aanzien van de bewijsmiddelen is artikel 80n van toepassing. Als bewijsmiddel wordt tevens erkend de eigen waarneming door de militaire kamer tijdens het onderzoek.
4.
Na sluiting van het onderzoek beraadt de militaire kamer zich of zij door de inhoud van de in het derde lid genoemde bewijsmiddelen de overtuiging heeft gekregen dat een in de beschuldiging omschreven gedraging van de gestrafte heeft plaatsgevonden en, in bevestigend geval, of zulks de schending van een gedragsregel oplevert.