Einde inhoudsopgave
Reïntegratieregeling
Artikel 12 Buiten toepassing blijven van inkomensgrens
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stcrt. 2018, 69997 (uitgifte: 13-12-2018, regelingnummer: 2018-0000144973)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2018, Stcrt. 2018, 69997 (uitgifte: 13-12-2018, regelingnummer: 2018-0000144973)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Verzekeringen
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
Artikel 5, eerste lid, van het Reïntegratiebesluit is niet van toepassing bij de toekenning van een vervoersvoorziening die betreft:
- 1°
een vergoeding van de kosten van aanpassing van een vervoermiddel of een vergoeding van een in een vervoermiddel aangebrachte faciliteit, voorzover de aanpassing of de faciliteit noodzakelijk is in verband met ziekte of gebrek;
- 2°
een vergoeding voor de aanschaf, of een verstrekking, van een vervoermiddel voor het vervoer buitenshuis dat is bestemd voor het gebruik door een persoon met een ziekte of gebrek;
- 3°
een vergoeding van de meerkosten van de aanschaf en het gebruik van een bijzonder type auto die samenhangt met ziekte of gebrek, voorzover deze meerkosten niet meer bedragen dan het verschil tussen de kosten van de aanschaf en het gebruik van een auto die door het UWV wordt beschouwd als een referentie-auto en de kosten van de aanschaf en het gebruik van een auto die door het UWV zou zijn toegekend indien er sprake zou zijn geweest van een bruikleensituatie;
- 4°
de vergoeding van het gebruik van een rolstoeltaxi die strekt tot verbetering van de leefomstandigheden, en die vergoeding niet meer bedraagt dan het verschil tussen het door het UWV vastgestelde normbedrag voor de vergoeding van het gebruik van een rolstoeltaxi en het door het UWV vastgestelde normbedrag voor de vergoeding van het gebruik van een taxi;
- 5°
de vergoeding van het gebruik van een taxi of rolstoeltaxi om de werkplek te kunnen bereiken en die vergoeding niet meer bedraagt dan het verschil tussen de kosten van het gebruik van een taxi of rolstoeltaxi en het door het UWV vastgestelde normbedrag voor het gebruik van een eigen auto;
- 6°
een vergoeding van de kosten die iemand moet maken voor het kunnen volgen van rijlessen in een aangepaste auto en die vergoeding niet meer bedraagt dan het verschil tussen de kosten van het volgen van autorijlessen in een niet aangepaste auto en het volgen van autorijlessen in een aangepaste auto;
- 7°
een vergoeding van vervoerskosten in verband met het volgen van scholing.
2.
Ten aanzien van de vervoersvoorzieningen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen 4° en 5°, vindt verhoging van de eigen bijdrage wegens overschrijding van de inkomensgrens plaats met ingang van de datum gelegen zes maanden nadat de persoon aan wie de voorziening is verleend van de voorgenomen verhoging in kennis is gesteld.