Einde inhoudsopgave
Besluit (EU) 2021/1764 inzake de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie, met inbegrip van de betrekkingen tussen de Europese Unie enerzijds en Groenland en het Koninkrijk Denemarken anderzijds (Besluit betreffende de LGO-associatie, met inbegrip van Groenland)
Artikel 84 Begunstigden van regionale financiering
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2021
- Bronpublicatie:
05-10-2021, PbEU 2021, L 355 (uitgifte: 07-10-2021, regelingnummer: 2021/1764)
- Inwerkingtreding
08-10-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-10-2021, PbEU 2021, L 355 (uitgifte: 07-10-2021, regelingnummer: 2021/1764)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
EU-recht / Marktintegratie
1.
Regionale toewijzingen kunnen worden gebruikt voor activiteiten ten gunste van en met betrekking tot:
- a)
twee of meer LGO, ongeacht de ligging ervan, of
- b)
de LGO en de Unie in haar geheel, of
- c)
twee of meer regionale organisaties waarvan de LGO deel uitmaken, of
- d)
twee of meer LGO, ongeacht hun ligging en ten minste een van de volgende:
- i)
een of meer in artikel 349 VWEU genoemde ultraperifere gebieden;
- ii)
een of meer ACS-staten en/of een of meer niet-ACS-staten of -gebieden 1.;
- iii)
een of meer regionale organisaties of associaties waarvan de LGO deel uitmaken;
- iv)
een of meer entiteiten, autoriteiten of andere instanties van ten minste één LGO die overeenkomstig artikel 8 lid zijn van een EGTS.
Voor de toepassing van de punten a) en d) worden de Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden gezien hun specifieke situatie beschouwd als twee afzonderlijke LGO.
2.
Binnen de regionale toewijzing kan een intraregionale toewijzing worden bestemd voor activiteiten ten gunste van en met betrekking tot:
- a)
een of meer LGO en ten minste een van de volgende:
- i)
een of meer in artikel 349 VWEU genoemde ultraperifere gebieden;
- ii)
een of meer naburige, al dan niet tot de ACS behorende staten of gebieden;
- iii)
een of meer regionale organisaties waarvan LGO, ACS-staten of een of meer ultraperifere gebieden deel uitmaken, of
- b)
een of meer entiteiten, autoriteiten of andere instanties van ten minste één LGO, die lid zijn van een EGTS, en een of meer ultraperifere gebieden, en/of een of meer naburige, al dan niet tot de ACS behorende staten of gebieden.
3.
De financiering om de deelname van de ACS-staten, ultraperifere gebieden en andere landen en gebieden aan programma's voor regionale samenwerking voor de LGO mogelijk te maken, vormt een aanvulling op de middelen die in het kader van dit besluit aan de LGO zijn toegewezen.
4.
De deelname van ACS-staten, ultraperifere gebieden en andere landen of gebieden aan uit hoofde van dit besluit ingestelde programma's mag slechts worden overwogen voor zover:
- a)
gelijkwaardige bepalingen zijn opgenomen in de desbetreffende programma's van de Unie of de desbetreffende financieringsprogramma's van derde landen en gebieden die niet onder programma's van de Unie vallen, en
- b)
het evenredigheidsbeginsel in acht wordt genomen, rekening houdend met de capaciteiten van de belanghebbenden, met name hun financiële capaciteiten in het kader van instrumenten van de Unie voor samenwerking met andere landen.
Voetnoten
Onder het begrip ‘gebieden’ wordt verstaan: de twaalf LGO van het Verenigd Koninkrijk die in bijlage II bij het VWEU waren opgenomen ten tijde van de kennisgeving aan de Europese Raad op 29 maart 2017 van de terugtrekking van het VK uit de Europese Unie en Euratom op grond van artikel 50 VEU.