Einde inhoudsopgave
Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht
Artikel LXIV
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
Per 01-10-2019 is in vorderingsprocedures bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, het recht van toepassing zoals dat bij andere rechtbanken geldt (03-07-2019, Stb. 241, bron iwtr.: 05-07-2019, Stb. 247). Zie tevens het overgangsrecht digitaal procederen, art. I, lid 2 en 3, en art. IV Spoedwet KEI (Wet van 03-07-2019, Stb. 241, bron iwtr.: 05-07-2019, Stb. 247). Op 01-09-2017 in werking getreden voor zover het betreft vorderingsprocedures bij de Hoge Raad.
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 290 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34212)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Fiscaal procesrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bevat wijzigingen in de Invorderingswet 1990.