Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2005/65/EG betreffende het verhogen van de veiligheid van havens
Artikel 7 Havenveiligheidsplan
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2005
- Bronpublicatie:
26-10-2005, PbEU 2005, L 310 (uitgifte: 25-11-2005, regelingnummer: 2005/65/EG)
- Inwerkingtreding
15-12-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2005, PbEU 2005, L 310 (uitgifte: 25-11-2005, regelingnummer: 2005/65/EG)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
Afhankelijk van de bevindingen van de havenveiligheidsbeoordelingen dragen de lidstaten er zorg voor dat havenveiligheidsplannen worden ontwikkeld, in stand gehouden en geactualiseerd. In de havenveiligheidsplannen worden op adequate wijze de specificiteiten van de verschillende delen van een haven behandeld en worden de uit hoofde van Verordening (EG) nr. 725/2004 opgestelde veiligheidsplannen voor havenfaciliteiten binnen de grenzen ervan geïntegreerd.
2.
In de havenveiligheidsplannen worden, voor elk van de verschillende in artikel 8 genoemde veiligheidsniveaus, vastgesteld:
- a)
de te volgen procedures,
- b)
de in te voeren maatregelen,
- c)
de te nemen maatregelen.
3.
Elk havenveiligheidsplan wordt ontwikkeld met inachtneming van ten minste de gedetailleerde eisen in bijlage II. Waar en voorzover passend omvat het havenveiligheidsplan met name veiligheidsmaatregelen voor passagiers en voertuigen die gereed staan om in te schepen op zeeschepen die passagiers en voertuigen vervoeren. In geval van internationale zeevervoersdiensten werken de betrokken lidstaten samen bij de veiligheidsbeoordeling.
4.
Havenveiligheidsplannen kunnen worden ontwikkeld door een erkende veiligheidsorganisatie als bedoeld in artikel 11.
5.
Voordat deze havenveiligheidsplannen worden uitgevoerd worden ze goedgekeurd door de betrokken lidstaat.
6.
De lidstaten zorgen ervoor dat toezicht wordt uitgeoefend op de implementatie van veiligheidsplannen. Dit toezicht wordt gecoördineerd met andere controleactiviteiten in de haven.
7.
De lidstaten zorgen ervoor dat er adequate oefeningen worden verricht, waarbij rekening wordt gehouden met de in bijlage III vermelde basiseisen voor veiligheidsopleidingsoefeningen.