Einde inhoudsopgave
Luchthavenbesluit Eindhoven
Bijlage 9 Evaluatie- en monitoringsprogramma
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
11-03-2021, Stb. 2021, 190 (uitgifte: 21-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Omgevingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Geluid en trillingen
Artikel 11.5 van het Omgevingsbesluit bepaalt dat de milieugevolgen van een besluit ten behoeve waarvan een Milieueffectrapport is opgesteld, geëvalueerd moeten worden. Deze bepaling geldt ook voor het luchthavenbesluit Eindhoven en is een verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
Doel van de evaluatie is het bepalen van de daadwerkelijke effecten van de activiteit op het milieu door het verzamelen van gegevens over de feitelijke ontwikkeling van de milieubelasting van de luchthaven en de omgeving en het toetsen van de prognoses over de effecten van die activiteit in het milieueffectrapport, opdat zo nodig bijgestuurd kan worden.
De evaluatie zal onder de verantwoordelijkheid van de CLSK worden uitgevoerd, die over de resultaten daarvan rapporteert aan de Minister van Defensie.
De volgende punten dienen bij de evaluatie in kaart te worden gebracht:
- –
de bijdrage van het luchtverkeer aan de geluidsbelasting zal vergeleken dienen te worden met de in het MER opgenomen vooronderstelde geluidsbelasting en de in de aanwijzing opgenomen geluidszone;
- –
externe ontwikkelingen, maar ook nieuwe berekeningsmethodieken c.q. meetmethoden, welke relevant zijn voor het gekozen alternatief/variant.
De volgende aspecten zullen in de evaluatie aan de orde dienen te komen.
- –
voortschrijdende inzichten en waar mogelijk effecten op het gebied van milieu, inclusief geluidsbelasting, hinderbeleving, externe veiligheid en flora en fauna, in relatie tot de luchthaven en startende en landende vliegtuigen;
- –
mogelijkheden om hinderbeleving in relatie tot ontwikkelingen in het luchtverkeer te monitoren door aan te sluiten bij de internationale standaard voor het meten van hinderbeleving conform ISO-15666:2002.
De evaluatie zal drie jaren na in werking treden van het besluit en aan de hand van actuele en beschikbare gegevens dienen plaats te vinden.