Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 9.5.7 [Asbestvolgsysteem]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
1.
Er is een elektronisch landelijk asbestvolgsysteem, waarin met betrekking tot saneringen van asbest gegevens en bescheiden worden opgenomen die betrekking hebben op handelingen die in de achtereenvolgende fasen van de asbestsanering worden verricht, in het bijzonder de inventarisatie en verwijdering van asbest, de eindbeoordeling van het resultaat van de verwijdering en de afvoer en de verwerking van het asbestafval. Hiertoe kunnen ook persoonsgegevens behoren.
2.
Onze Minister draagt zorg voor de inrichting, instandhouding, werking, toegankelijkheid en beveiliging van het landelijk asbestvolgsysteem en voor het beheer van de daarin opgenomen gegevens en bescheiden en treft de nodige voorzieningen voor de elektronische uitwisseling van gegevens en bescheiden met betrekking tot saneringen van asbest tussen het landelijk asbestvolgsysteem en de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 20.21 van de Omgevingswet. Onze Minister wordt tevens aangemerkt als verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens.
3.
De gegevens en bescheiden die in het landelijk asbestvolgsysteem zijn opgenomen, zijn langs elektronische weg toegankelijk voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorganen, bedrijven en personen.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur worden de gegevens en bescheiden aangewezen die in het landelijk asbestvolgsysteem worden opgenomen en worden regels gesteld met betrekking tot de toegankelijkheid van het systeem en de periode gedurende welke de gegevens en bescheiden worden bewaard. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld met betrekking tot de inrichting, instandhouding, werking en beveiliging van het systeem en het beheer van de gegevens en bescheiden die daarin zijn opgenomen. Bij ministeriële regeling kunnen met het oog op een goede uitvoering nadere regels worden gesteld.