Einde inhoudsopgave
Vissersvaartuigenbesluit 2002
Artikel 1.12 Onderzoeken
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
20-08-2010, Stb. 2010, 343 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Kamerstukken 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Dit besluit treedt tegelijk in werking met art. I, lid 1, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een vissersvaartuig wordt onderworpen aan een eerste onderzoek voordat het in dienst wordt gesteld of voordat het certificaat van overeenstemming, bedoeld in artikel 1.8, voor het eerst wordt afgegeven. Het eerste onderzoek omvat een volledig onderzoek van de constructie, de stabiliteit, de machine-installaties, de algemene inrichting, het materiaal, met inbegrip van de romp van het vissersvaartuig aan de buitenzijde en het in- en uitwendige van de ketels en de uitrusting, voorzover het vissersvaartuig valt onder de voorschriften van dit besluit. Het onderzoek is zodanig dat het zeker is dat de algemene inrichting, het materiaal en de verbanddelen van de constructie, ketels en andere drukvaten met toebehoren, hoofd- en hulpwerktuigen, elektrische installaties, radio-installaties, met inbegrip van de radio-installaties die in de groepsreddingsmiddelen worden gebruikt, brandbescherming, brandveiligheidssystemen en brandveiligheidsmiddelen, reddingsmiddelen en reddingsvoorzieningen, hulpmiddelen bij de navigatie, nautische publicaties en andere uitrusting ten volle voldoen aan de eisen van dit besluit. Het onderzoek is tevens zodanig dat de technische uitvoering van alle delen van het vissersvaartuig en zijn uitrusting in alle opzichten bevredigend is en dat het vissersvaartuig is voorzien van lichten, middelen voor het geven van geluidsseinen en noodseinen zoals vereist krachtens de in het Europese deel van Nederland, in Aruba, in Curaçao, in Sint Maarten, onderscheidenlijk in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldende voorschriften die strekken ter uitvoering van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, bedoeld in artikel 1 van het op 20 oktober 1972 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972 (Trb. 1972, 51). In het geval loodsladders worden meegevoerd, worden deze eveneens onderzocht teneinde zeker te stellen dat zij deugdelijk zijn en voldoen aan het daaromtrent bepaalde in de vorenbedoelde voorschriften van de Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972.
2.
Een vissersvaartuig wordt onderworpen aan een periodiek onderzoek, dat bestaat uit:
- a.
elke vier jaar een inspectie van de constructie, met inbegrip van de buitenzijde van de romp, en de machine-installaties zoals bedoeld in de hoofdstukken 2, 3, 4, 5 en 6, met dien verstande dat overeenkomstig artikel 1.10, eerste lid, de periode van vier jaar met een jaar kan worden verlengd, onder de voorwaarde dat het vissersvaartuig inwendig en uitwendig wordt onderzocht, voorzover dit redelijk en praktisch uitvoerbaar is;
- b.
- c.
een jaarlijkse inspectie van de medische uitrusting aan boord, met de daarbij behorende controlelijsten en handleidingen, bedoeld in de artikelen 6.5, 6.11 en 6.12, van de medicijnkisten aan boord van reddingsboten en hulpverleningsboten, bedoeld in artikel 7.17, achtste lid, onder 20°, onderscheidenlijk artikel 7.23, tweede lid, onder 9°, de radio-installaties, met inbegrip van de radio-installaties die in de groepsreddingsmiddelen worden gebruikt, en de radiorichtingzoeker, bedoeld in de hoofdstukken 7, 9 en 10.
3.
Het periodiek onderzoek is zodanig dat het zeker is dat alle onderdelen, genoemd in het tweede lid, voldoen aan de eisen van dit besluit, dat de uitrusting in een bevredigende toestand verkeert en dat de stabiliteitsgegevens aan boord onmiddellijk beschikbaar zijn.
4.
In aanvulling op het periodiek onderzoek wordt het vissersvaartuig, met inachtneming van bij ministeriële regeling te bepalen tussenpozen, aan een tussentijds onderzoek onderworpen. Het tussentijds onderzoek omvat een inspectie van de constructie en de machine-installaties van het vissersvaartuig en is zodanig dat het zeker is dat geen wijzigingen zijn aangebracht waardoor de veiligheid van het vissersvaartuig of de opvarenden nadelig zou worden beïnvloed.
5.
De periodieke onderzoeken, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b en c, en het tussentijdse onderzoek worden aangetekend op het certificaat van overeenstemming.
6.
Telkens wanneer zich een ongeval heeft voorgedaan of een onvolkomenheid aan het vissersvaartuig is ontdekt waardoor de veiligheid van het vissersvaartuig of de doeltreffendheid of volledigheid van de reddingsmiddelen of van de andere uitrusting wordt aangetast, dragen de schipper en de eigenaar van het vissersvaartuig er zorg voor dat de Scheepvaartinspectie en, indien de eigenaar is aangesloten bij een klassebureau, het klassebureau, zo spoedig mogelijk worden ingelicht. De eigenaar en de schipper dragen er vervolgens zorg voor dat een aanvullend onderzoek wordt ingesteld. Wanneer het vissersvaartuig zich in een haven buiten het Koninkrijk bevindt, dragen de schipper en de eigenaar er zorg voor dat onmiddellijk de ter plaatse bevoegde autoriteiten worden ingelicht.