Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 426 [Verklaring van overlijden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Het recht zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze wijziging blijft van toepassing in gevallen waarin ingevolge art. VII van de Wet van 06-12-2001, Stb. 580 het recht zoals dat gold voor inwerkingtreding van die wet van toepassing blijft.
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 581 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27824)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Indien het lichaam van een vermist persoon niet is kunnen worden teruggevonden doch, alle omstandigheden in aanmerking genomen, zijn overlijden als zeker kan worden beschouwd, kan op verzoek van het openbaar ministerie of van iedere belanghebbende de rechtbank verklaren dat de vermiste is overleden:
- A.
indien de vermissing heeft plaatsgevonden in Nederland;
- B.
indien de vermissing heeft plaatsgevonden tijdens een reis met een in Nederland thuisbehorend schip of luchtvaartuig;
- C.
indien de vermiste Nederlander was;
- D.
indien de vermiste zijn woon- of verblijfplaats had in Nederland.
2.
Indien een persoon buiten Nederland is overleden en geen overlijdensakte is opgemaakt of kan worden overgelegd, kan op verzoek van het openbaar ministerie of van iedere belanghebbende de rechtbank verklaren dat die persoon is overleden:
- A.
indien het overlijden heeft plaatsgevonden tijdens een reis met een in Nederland thuisbehorend schip of luchtvaartuig;
- B.
indien de overledene Nederlander was;
- C.
indien de overledene zijn woon- of verblijfplaats had in Nederland.
3.
Voor zover mogelijk bevatten de vordering of het verzoek bedoeld in het eerste en tweede lid, of daarmee vergezeld gaande bescheiden de in artikel 427 van dit boek genoemde gegevens.