Einde inhoudsopgave
Besluit 2010/712/EU tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2011 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma's en van de financiële bijdrage van de Unie voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen
Artikel 9 Overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's), boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en scrapie
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2011
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
19-12-2011, PbEU 2011, L 338 (uitgifte: 21-12-2011, regelingnummer: 2011/862/EU)
- Inwerkingtreding
21-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2011, PbEU 2011, L 338 (uitgifte: 21-12-2011, regelingnummer: 2011/862/EU)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
De door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma's voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) en voor de uitroeiing van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en scrapie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.
2.
De financiële bijdrage van de Unie:
- a)
omvat een vast bedrag van 0,5 EUR per bemonsterd landbouwhuisdier;
- b)
bedraagt 100 % van de door elke in lid 1 bedoelde lidstaat gemaakte kosten voor de uitvoering van:
- i)
snelle tests om te voldoen aan de voorschriften van artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 999/2001, bijlage III, hoofdstuk A, delen I en II, punten 1 tot en met 5, bij Verordening (EG) nr. 999/2001 en bijlage VII bij die verordening;
- ii)
bevestigende tests en primaire moleculaire onderscheidende tests als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3, lid 2, onder c), i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001;
- c)
bedraagt 60 % van de door elke lidstaat gemaakte kosten voor:
- i)
de aan de eigenaars te betalen vergoeding voor de waarde van hun gedode en vernietigde dieren overeenkomstig hun programma's ter uitroeiing van BSE en scrapie;
- ii)
de analyse van monsters voor genotypering, en
- d)
mag niet meer bedragen dan:
- i)
1 900 000 EUR voor België;
- ii)
330 000 EUR voor Bulgarije;
- iii)
1 030 000 EUR voor Tsjechië;
- iv)
1 370 000 EUR voor Denemarken;
- v)
7 750 000 EUR voor Duitsland;
- vi)
330 000 EUR voor Estland;
- vii)
4 000 000 EUR voor Ierland;
- viii)
2 000 000 EUR voor Griekenland;
- ix)
6 650 000 EUR voor Spanje;
- x)
18 850 000 EUR voor Frankrijk;
- xi)
6 000 000 EUR voor Italië;
- xii)
1 700 000 EUR voor Cyprus;
- xiii)
320 000 EUR voor Letland;
- xiv)
720 000 EUR voor Litouwen;
- xv)
125 000 EUR voor Luxemburg;
- xvi)
1 180 000 EUR voor Hongarije;
- xvii)
25 000 EUR voor Malta;
- xviii)
3 530 000 EUR voor Nederland;
- xix)
1 800 000 EUR voor Oostenrijk;
- xx)
3 440 000 EUR voor Polen;
- xxi)
1 800 000 EUR voor Portugal;
- xxii)
1 000 000 EUR voor Roemenië;
- xxiii)
250 000 EUR voor Slovenië;
- xxiv)
550 000 EUR voor Slowakije;
- xxv)
580 000 EUR voor Finland;
- xxvi)
850 000 EUR voor Zweden;
- xxvii)
6 500 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.
3.
De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma's is bestemd voor de uitgevoerde tests en voor de gedode en vernietigde dieren en bedraagt gemiddeld maximaal:
a) | voor tests bij runderen: | 8 EUR per test; |
b) | voor tests bij schapen en geiten: | 25 EUR per test; |
c) | voor bevestigende en primaire moleculaire onderscheidende tests: | 175 EUR per test; |
d) | voor genotyperingstests: | 12 EUR per test; |
e) | voor gedode runderen: | 500 EUR per dier; |
f) | voor gedode schapen of geiten: | 70 EUR per dier. |