Einde inhoudsopgave
Bruidsschat omgevingsplan, tijdelijk deel van het omgevingsplan
Artikel 22.35 Aanvraagvereisten binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
27-11-2020, Stb. 2020, 400 jo Stb. 2021, 98 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-09-2020, Stb. 2020, 400 jo Stb. 2021, 98 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een bouwwerk worden voor de toetsing aan dit omgevingsplan in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
- a.
een opgave van de bouwkosten;
- b.
het beoogde en het huidige gebruik van het bouwwerk en de bijbehorende gronden waarop de aanvraag betrekking heeft;
- c.
een opgave van de bruto inhoud in m3 en de bruto vloeroppervlakte in m2 van het deel van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
- d.
een situatietekening van de bestaande toestand en een situatietekening van de nieuwe toestand met daarop:
- 1°
de afmetingen van het perceel en bebouwd oppervlak;
- 2°
de situering van het bouwwerk ten opzichte van de perceelsgrenzen en de wegzijde;
- 3°
de wijze waarop de locatie wordt ontsloten;
- 4°
de aangrenzende locaties en de daarop voorkomende bebouwing; en
- 5°
het beoogd gebruik van de gronden behorende bij het voorgenomen bouwwerk;
- e.
de hoogte van het bouwwerk ten opzichte van het straatpeil en het aantal bouwlagen;
- f.
de inrichting van parkeervoorzieningen op het eigen terrein;
- g.
gegevens en bescheiden die samenhangen met een uit te brengen advies van de Agrarische Adviescommissie in geval van een aanvraag voor een bouwactiviteit op een locatie waaraan een agrarische functie is toegedeeld;
- h.
voor zover dat in het tijdelijke deel van dit omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, is bepaald: een rapport waarin de archeologische waarde van de locatie in voldoende mate is vastgesteld;
- i.
de volgende gegevens en bescheiden voor de toetsing aan de regels over redelijke eisen van welstand, beoordeeld volgens de criteria van de welstandsnota, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Woningwet, zoals dat artikel luidde voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet:
- 1°
tekeningen van alle gevels van het bouwwerk, inclusief de gevels van belendende bebouwing, waaruit blijkt hoe het geplande bouwwerk in de directe omgeving past;
- 2°
principedetails van gezichtsbepalende delen van het bouwwerk;
- 3°
kleurenfoto's van de bestaande situatie en de omliggende bebouwing; en
- 4°
een opgave van de toe te passen bouwmaterialen in de uitwendige scheidingsconstructie en de kleur daarvan, waaronder in ieder geval het materiaal en de kleur van de gevels, het voegwerk, kozijnen, ramen en deuren, balkonhekken, dakgoten, boeidelen en de dakbedekking;
- j.
als de aanvraag betrekking heeft op een bodemgevoelig gebouw op een bodemgevoelige locatie:
- 1°
de onderzoeken, bedoeld in paragraaf 5.2.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving, tenzij het gaat om een locatie die is aangewezen in dit omgevingsplan waar een overschrijding van de toelaatbare kwaliteit, bedoeld in artikel 22.30, redelijkerwijs is uit te sluiten; en
- 2°
als de toelaatbare kwaliteit, bedoeld in artikel 22.30, wordt overschreden: gegevens en bescheiden die aannemelijk maken dat een sanerende of andere beschermende maatregel wordt getroffen, tenzij het gaat om een locatie die is aangewezen in dit omgevingsplan waar een overschrijding van de toelaatbare kwaliteit, bedoeld in artikel 22.30, redelijkerwijs is uit te sluiten; en
- k.
overige gegevens en bescheiden die samenhangen met een eventueel benodigde toetsing aan dit omgevingsplan.