Einde inhoudsopgave
Protocol houdende wijziging van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964
II
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1991
- Bronpublicatie:
16-11-1982, Trb. 1983, 81 (uitgifte: 04-05-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-1991, Trb. 1991, 150 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
(a)
Tussen de Partijen bij dit Protocol maken de bepalingen daarvan een integrerend deel uit van het Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, zoals dit is gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 (hierna te noemen het ‘Verdrag’), dat zal worden aangeduid als ‘Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van Parijs van 29 juli 1960, gewijzigd bij het Aanvullend Protocol van 28 januari 1964 en bij het Protocol van 16 november 1982’.
(b)
Dit Protocol wordt bekrachtigd of bevestigd. De akten van bekrachtiging van dit Protocol worden nedergelegd bij de Belgische Regering. In het geval van bevestiging van dit Protocol wordt de Belgische Regering hiervan in kennis gesteld.
(c)
De Regeringen die dit Protocol hebben ondertekend en die het Verdrag reeds hebben bekrachtigd, verbinden zich ertoe dit Protocol zo spoedig mogelijk te bekrachtigen of te bevestigen. De andere Regeringen die dit Protocol hebben ondertekend, verbinden zich ertoe het te bekrachtigen of te bevestigen op het tijdstip waarop zij het Verdrag bekrachtigen.
(d)
Dit Protocol staat open voor toetreding overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 van het Verdrag. Toetreding tot het Verdrag zal slechts worden aanvaard indien deze samengaat met toetreding tot dit Protocol.
(e)
Dit Protocol treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van het Verdrag.
(f)
De Belgische Regering stelt alle ondertekenende en toetredende Regeringen in kennis van de ontvangst van elke akte van bekrachtiging en toetreding alsmede van de ontvangst van elke bevestiging.