Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Aanwijzing 5.47 Economische delicten
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2017, Stcrt. 2017, 69426 (uitgifte: 29-12-2017, regelingnummer: 3215945)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
2.
Bij aanwijzing van economische delicten worden de artikelen van de betrokken regeling waarvan overtreding een economisch delict oplevert, opgesomd. Zo nodig worden ook de afzonderlijke leden genoemd.
3.
De aanwijzing van economische delicten wordt overeenkomstig het volgende voorbeeld geformuleerd:
In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:
de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de artikelen 2 en 5, tweede en vierde lid;.
4.
Indien de Wet op de economische delicten wordt gewijzigd in verband met de wijziging van een regeling die reeds economische delicten bevat, wordt de wijziging overeenkomstig de volgende voorbeelden geformuleerd:
- A.
In artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Meststoffenwet ‘de artikelen 7, 14, eerste lid, 19, 20, eerste lid, 21, 22, derde lid, en 26, zesde lid;’ vervangen door ‘(…)’.
- B.
In artikel 1a, onder 3°, van de Wet op de economische delicten vervalt de zinsnede met betrekking tot de Wet bodembescherming. De desbetreffende zinsnede wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd in artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten.
Officiële toelichting