Einde inhoudsopgave
Embryowet
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 27-09-2013
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 306 (uitgifte: 25-07-2013, kamerstukken: 32610)
- Inwerkingtreding
27-09-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2013, Stb. 2013, 354 (uitgifte: 26-09-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Gezondheidsrecht / Medische ethiek
De centrale commissie of de commissie, bedoeld in artikel 16 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, geeft slechts een positief oordeel over een onderzoeksprotocol betreffende wetenschappelijk onderzoek met foetussen, daaronder begrepen wetenschappelijk onderzoek met zwangerschapsondersteunende weefsels, indien:
- a.
redelijkerwijs aannemelijk is dat het onderzoek zal leiden tot de vaststelling van nieuwe inzichten op het gebied van de geneeskunst betreffende ongeboren en pasgeboren kinderen of omtrent de voltooiing van zwangerschappen;
- b.
redelijkerwijs aannemelijk is dat de doelstelling, bedoeld onder a, niet door andere vormen of methoden van wetenschappelijk onderzoek kan worden bereikt dan onderzoek met foetussen, daaronder begrepen onderzoek met zwangerschapsondersteunende weefsels of door onderzoek van minder ingrijpende aard;
- c.
redelijkerwijs aannemelijk is dat het met het onderzoek te dienen belang in evenredige verhouding staat tot de bezwaren en risico's voor de desbetreffende foetus en de zwangere vrouw en
- d.
is voldaan aan de eisen, bedoeld in de onderdelen c, d en e van artikel 10.