Einde inhoudsopgave
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Artikel 2.6.7a [Beperking uitvoeringslasten; regels]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Lid 3 is in werking getreden.
- Bronpublicatie:
23-01-2019, Stb. 2019, 73 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken: 34857)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-02-2019, Stb. 2019, 74 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
In het belang van de beperking van uitvoeringslasten stelt Onze Minister regels. Deze regels kunnen slechts betrekking hebben op:
- a.
de financieringswijzen en administratieve processen, behorende bij de bekostiging van aanbieders door colleges;
- b.
de wijze waarop gegevensuitwisseling tussen aanbieders, colleges en CAK plaatsvindt;
- c.
de wijze waarop verantwoording van aanbieders aan colleges plaatsvindt.
2.
De colleges hanteren geen aanvullende of afwijkende eisen aangaande de onderwerpen waarover Onze Minister op grond van het eerste lid, onderdeel a, regels heeft gesteld.
3.
Het Zorginstituut, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, is belast met het beheer van standaarden die worden gebruikt in het elektronisch gegevensverkeer tussen de personen en instanties, bedoeld in het eerste lid.
4.
Het ontwerp voor een krachtens het eerste lid, onder a, vast te stellen ministeriële regeling die betrekking heeft op de financieringswijzen wordt aan beide kamers der Staten-Generaal voorgelegd. De ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken na de overlegging van het ontwerp.