Einde inhoudsopgave
Reglement voor de procesvoering van het Gerecht
Artikel 41 Planning van de werkzaamheden van het Gerecht
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-2015, PbEU 2015, L 105 (uitgifte: 23-04-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Het gerechtelijk jaar vangt op 1 september van een kalenderjaar aan en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar.
2.
De gerechtelijke vakanties worden vastgesteld door het Gerecht.
3.
In dringende gevallen kunnen de president van het Gerecht en de kamerpresidenten de rechters en in voorkomend geval de advocaat-generaal tijdens de gerechtelijke vakanties bijeenroepen.
4.
Het Gerecht neemt de erkende feestdagen van de plaats waar het is gevestigd, in acht.
5.
Het Gerecht kan, als daar gegronde redenen voor zijn, de rechters toestaan vakantie op te nemen.
6.
De data van de gerechtelijke vakanties worden jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.