Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 2.25 Verboden stoffen
Geldend
Geldend vanaf 28-01-2022
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 399 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken: 35661)
- Inwerkingtreding
28-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 399 (uitgifte: 25-02-2021, kamerstukken: 35661)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
1.
Het is verboden om op enigerlei wijze handelingen te verrichten in strijd met bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voor de uitvoering van bindende onderdelen van EU-rechtshandelingen gestelde regels over het bij dieren of op cel- of weefselcultures bij dieren toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, stoffen of producten.
2.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in bij ministeriële regeling, in voorkomend geval met inachtneming van EU-rechtshandelingen, aangewezen gevallen.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor bij deze maatregel aan te wijzen diersoorten of diercategorieën regels worden gesteld over het bij dieren of op cel- of weefselcultures bij dieren toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, bij of krachtens die maatregel aangewezen stoffen of producten, welke regels betrekking kunnen hebben op onder meer:
- a.
de aard van de stof;
- b.
het doel waarvoor de stof wordt toegepast;
- c.
de wijze waarop de stof wordt toegepast;
- d.
de diersoort of diercategorie waartoe de dieren, dan wel cel- of weefselcultures van dieren behoren waarbij de stof uitsluitend mag worden toegepast;
- e.
het moment van toepassing, en
- f.
de waarborgen die worden getroffen in het belang van de dieren of de volksgezondheid.
4.
Voor zover een aanwijzing van een stof als bedoeld in het derde lid geschiedt krachtens algemene maatregel van bestuur en indien die aanwijzing geheel of mede in het belang is van de volksgezondheid, geschiedt deze in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.