Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 24 Vermijding van dubbele belasting
Geldend
Geldend vanaf 12-08-1992
- Bronpublicatie:
18-06-1991, Trb. 1991, 20 (uitgifte: 27-07-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-08-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-07-1992, Trb. 1992, 107 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Wat Zweden betreft, wordt dubbele belasting als volgt vermeden:
- a.
Indien een inwoner van Zweden inkomen verkrijgt dat volgens de Nederlandse wetgeving en overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst in Nederland mag worden belast, verleent Zweden — met inachtneming van de bepalingen van de wetgeving van Zweden met betrekking tot verrekening van buitenlandse belasting (zoals deze van tijd tot tijd gewijzigd kunnen worden zonder het algemene beginsel hiervan aan te tasten) — een vermindering op de belasting over dat inkomen tot een bedrag dat gelijk is aan de over dat inkomen betaalde Nederlandse belasting.
- b.
Indien een inwoner van Zweden vermogen bezit dat volgens de Nederlandse wetgeving en overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst in Nederland mag worden belast, verleent Zweden een vermindering op de belasting over dat vermogen tot een bedrag dat gelijk is aan de over dat vermogen in Nederland betaalde vermogensbelasting. Deze vermindering overschrijdt evenwel niet dat deel van de Zweedse vermogensbelasting, zoals deze berekend is vóór het verlenen van de vermindering, dat kan worden toegerekend aan het vermogen dat in Nederland mag worden belast.
- c.
Niettegenstaande de bepalingen van onderdeel a van dit lid, stelt Zweden, indien een inwoner van Zweden inkomsten verkrijgt die overeenkomstig de bepalingen van het derde lid van artikel 18 of artikel 19 in Nederland mogen worden belast, die inkomsten vrij van belasting.
- d.
Niettegenstaande de bepalingen van onderdeel a van dit lid, zijn dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van Nederland aan een lichaam dat inwoner is van Zweden, vrijgesteld van Zweedse belasting, voor zover de dividenden volgens de Zweedse wetgeving van belasting zuiden zijn vrijgesteld indien beide lichamen Zweedse lichamen waren geweest. Deze vrijstelling is niet van toepassing tenzij
- i.
de winsten waaruit de dividenden zijn betaald, in Nederland of elders onderworpen zijn geweest aan een belasting die overeenkomt met ten minste 15 percent van de netto winst berekend overeenkomstig de Zweedse wetgeving, of
- ii.
deze dividenden bestaan uit inkomsten of vermogenswinsten die zouden zijn vrijgesteld van Zweedse belasting indien zij rechtstreeks zouden zijn ontvangen door het lichaam dat inwoner van Zweden is, of
- iii.
deze dividenden bestaan uit vermogenswinsten behaald met de vervreemding van aandelen in een lichaam, voor zover de vervreemding van de bedrijfsmiddelen van dat lichaam een vermogenswinst zou opleveren, die vrijgesteld zou zijn geweest van Zweedse belasting indien zij rechtstreeks zou zijn ontvangen door het Zweedse lichaam, of
- iv.
deze dividenden bestaan uit vermogenswinsten behaald met de vervreemding van aandelen in een lichaam dat inwoner van Nederland is, voor zover de bedrijfsmiddelen van dit lichaam niet onmiddellijk of middellijk bestaan uit een vaste inrichting of onroerende zaak gelegen in een derde Staat, of uit aandelen in een lichaam dat inwoner van een derde Staat is en voor zover de winst die door dit lichaam is ingehouden niet bestaat uit inkomsten of vermogenswinsten behaald met deze bedrijfsmiddelen.
Indien dividenden — die zouden zijn vrijgesteld volgens de Zweedse wetgeving indien beide lichamen Zweedse lichamen zouden zijn geweest — niet in aanmerking komen voor de vrijstelling van Zweedse belasting, verleent Zweden echter — naast de vermindering van belasting zoals bedoeld in onderdeel a — een vermindering op de belasting over deze dividenden tot een bedrag dat gelijk is aan 10 percent van het bruto bedrag van deze dividenden.
- e.
Indien een inwoner van Zweden inkomen verkrijgt dat overeenkomstig onderdeel c van dit lid vrijgesteld is van Zweedse belasting of dat overeenkomstig het eerste lid van artikel 8 slechts in Nederland belastbaar is, mag Zweden, bij het bepalen van het progressieve tarief van de Zweedse belasting, rekening houden met het inkomen dat vrijgesteld is van Zweedse belasting of dat slechts in Nederland belastbaar is.
2.
Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen of het vermogen te begrijpen die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst in Zweden mogen worden belast.
3.
Indien echter een inwoner van Nederland bestanddelen van het inkomen verkrijgt of vermogen bezit die volgens artikel 6, artikel 7, artikel 10, vierde lid, artikel 11, derde lid, artikel 12, derde lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 15, eerste lid, artikel 18, derde lid, artikel 19, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, onderdeel a, en artikel 23, eerste en tweede lid, van deze Overeenkomst in Zweden mogen worden belast en die in de in het tweede lid bedoelde grondslag zijn begrepen, stelt Nederland deze bestanddelen van het inkomen of het vermogen vrij door een vermindering van zijn belasting toe te staan. Deze vermindering wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting. Te dien einde worden bedoelde bestanddelen van het inkomen of het vermogen geacht te zijn begrepen in het totale bedrag van de bestanddelen van het inkomen of het vermogen die ingevolge die bepalingen van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.
4.
Nederland verleent voorts een aftrek op de aldus berekende Nederlandse belasting voor die bestanddelen van het inkomen die volgens artikel 10, tweede lid, artikel 13, vijfde lid, artikel 16, artikel 17 en artikel 18, tweede lid, van deze Overeenkomst in Zweden mogen worden belast, voor zover deze bestanddelen in de in het tweede lid bedoelde grondslag zijn begrepen. Het bedrag van deze aftrek is gelijk aan de in Zweden over deze bestanddelen van het inkomen betaalde belasting, maar bedraagt niet meer dan het bedrag van de vermindering die zou zijn verleend indien de aldus in het inkomen begrepen bestanddelen de enige bestanddelen van het inkomen zouden zijn geweest die volgens de bepalingen in de Nederlandse wetgeving tot het vermijden van dubbele belasting van Nederlandse belasting zijn vrijgesteld.